Democratie als gevaar voor vrede
Er zijn heel wat mensen die geloven dat alle mooie dingen tegelijk komen. Als er eenmaal vrede is, is de democratie gewaarborgd. Of omgekeerd: als er eenmaal democratie is, hoeven we voor oorlog niet meer bang te zijn. Nu, wat daarvan waar is, zien we aan het Joegoslavische voorbeeld. De Slovenen maken gebruik van hun democratisch recht op zelfbeschikking, en het gevolg is dat er geschoten wordt.
Bijna een halve eeuw heeft er vrede geheerst tussen de volken van Joegoslavie, die elkaar vroeger naar het leven stonden; maar democratie heerste er niet in het land. Ja, we kunnen rustig zeggen dat er vrede heerste omdat er geen democratie was. De communistische partij en het leger onderdrukten alle pogingen tot zelfuitdrukking, en dus leek er pais en vree in het land te zijn.
Dat gold, in het groot, voor heel Oost-Europa. Polen en Tsjechen haten elkaar, zo ook Tsjechen en Slowaken, Slowaken en Hongaren, Hongaren en Roemenen. Maar alle destructieve hartstochten werden in toom gehouden door de ‘dictatuur van het proletariaat’, die de Sovjet-Unie als een verstikkende deken over al die volken gelegd had. Vrede ten koste van democratie.
Democratie is namelijk een onruststoker. Democratie is, in beginsel, een voortdurende ondermijner van de bestaande orde. En wanneer die orde een internationale orde is, brengt democratie, in beginsel, de vrede in gevaar. Begrijpelijk dat voorstanders van de bestaande orde, nationaal of internationaal, altijd wat moeite hebben met democratie.
Een bijna roerend voorbeeld hiervan gaf onlangs de Luxemburgse minister van buitenlandse zaken, Jacques Poos, wiens land tot 1 juli het voorzitterschap van de Europese Gemeenschap bekleedde. In een interview met het Luxemburger Wort zei hij meer eerlijk dan diplomatiek: ‘Het zelfbeschikkingsrecht der volken is een begrip dat gevaarlijk is als basis voor een internationale orde.’
Hij zei dit natuurlijk naar aanleiding van de Joegoslavische crisis waarin hij, als voorzitter van de zogenaamde trojka van de EG, nog een rol heeft gespeeld (en trouwens nog speelt, maar nu als gewoon lid). Welke rol - dat kunnen we uit Poos' verdere woorden opmaken: ‘Wie Joegoslavies grenzen in twijfel trekt, trekt het handvest van de CVSE (Conferentie voor veiligheid en samenwerking in Europa) in twijfel. Men zou dan een explosieve ontwikkeling ontketenen, die ook in andere regio's van Europa kan uitbreken’. Er zijn wel veertig van zulke regio's, zei hij, die met dezelfde argumenten aanspraak zouden kunnen maken op het zelfbeschikkingsrecht.
Zeker, dat is waar. Zouden we dan maar liever niet het zelfbeschikkingsrecht der volken vergeten? Ja, moeten we het niet betreuren dat de volken van Oost- en Midden-Europa in 1989 gebruik hebben gemaakt van hun zelfbeschikkingsrecht, omdat ze daarmee een potentieel explosieve ontwikkeling in gang hebben gezet?
Dat kunnen - of willen - we kennelijk niet. Maar waarom dan de Slowenen en Kroaten ontzegd wat we de Polen, Tsjechoslowaken, Hongaren, Roemen en Bulgaren van harte gunnen? De Joegoslavische staat is net zo kunstmatig en berust evenzeer op innerlijk geweld als de Russische heerschappij over Oost- en Midden-Europa tot 1989.
Poos' Nederlandse collega Hans van den Broek, die nu voorzitter van de trojka is, bezigt een soortgelijke argumentatie wanneer hij zich tegen erkenning van Slovenies en Kroaties onafhankelijkheid keert. Dat zou maar tot escalatie van geweld leiden. Best mogelijk, maar waarom wel voor erkenning van het zelfbeschikkingsrecht van de zwarten in Zuid-Afrika? Daar zijn de kansen op geweld nog veel groter. Het is waar: Zuid-Afrika ligt veilig ver weg...
Voorlopig prevaleert het standpunt van Poos en Van den Broek in de EG. Dat betekent dat zij in feite een keuze heeft gemaakt voor de status quo en tegen de democratie, die in beginsel iedere status quo ondermijnt. Die keus is niet oneerbaar - de vrede, ook in Joegoslavie, is per slot van rekening enige concessies waard -, mits zij gedaan is in het volle besef van de consequenties ervan. De eerste van die consequenties is: voorlopig geen grote woorden meer over zelfbeschikking!
De keus voor de status quo betekent ook, wat Joegoslavie betreft, dat het akkoord van Brioni voordeliger is voor de centrale macht, die door Servische communisten wordt overheerst, dan voor de naar zelfstandigheid strevende deelrepublieken Slovenie en Kroatie.
Het is mogelijk, maar allesbehalve zeker, dat Slovenie dankzij zijn geografische ligging en het succes van zijn wapens, uit die klem zal raken. De Slovenen hebben immers vorige week het Joegoslavische leger een bloedneus bezorgd. (Paradoxalerwijs is die overwinning een gevolg van Joegoslavies strategie, die, gedachtig aan het succes van Tito's guerrilla in 1941-1945, sterk vertrouwde op krachtige territoriale eenheden tegen een mogelijke invaller; die strategie heeft zich nu gekeerd tegen de Joegoslavische centrale macht.)
Hoe het ook zij - uit Servie (ook uit het door Serviers gedomineerde leger) klinken stemmen die erop wijzen dat een afscheiding van de randstaat Slovenie niet meer volledig onaanvaardbaar wordt geacht. In dat geval zal internationale erkenning van Slovenies onafhankelijkheid slechts een kwestie van tijd zijn. Heel anders is dat met Kroatie, dat, in tegenstelling tot Slovenie, geen homogene bevolking heeft, en dat in het hart van Joegoslavie ligt. Afscheiding van Kroatie zal dan ook zeker niet zonder slag of stoot gaan.
Als het de EG er vooral om te doen is escalatie van geweld te vermijden, zou het daarom niet verbazen indien binnen niet al te lange tijd Slovenie wel als onafhankelijke staat erkend wordt en dat de meningsverschillen binnen de EG zich vooral ten aanzien van Kroaties onafhankelijkheid weer zullen manifesteren.
Want laten we ons geen illusies maken: ondanks het akkoord dat vrijdag in Den Haag bereikt is, blijven die meningsverschillen bestaan. Duitsland, dat voorstander is van erkenning van het zelfbeschikkingsrecht van Slovenen en Kroaten, werd toen weliswaar overruled, maar Europa's machtigste lidstaat zal zich niet eeuwig laten overstemmen.
Dit is te onwaarschijnlijker omdat daags tevoren minister Genscher, onder druk van een ‘kamerbrede’ meerderheid, in de Bondsdag had moeten beloven niet meer onder alle omstandigheden de Duitse buitenlandse politiek van een gemeenschappelijk standpunt van alle EG-partners afhankelijk te zullen maken. Dat gold, aldus de Frankfurter Allgemeine Zeitung, desnoods ook voor de onafhankelijkheid van Slovenie en Kroatie. Vrijdag is Genscher in Den Haag dan toch nog door de pomp gegaan, maar laten we er niet op rekenen dat dit altijd zal gebeuren.
In elk geval is het nog te vroeg voor gejuich over een Europese Gemeenschap die zou hebben aangetoond nu ook op politiek gebied als eenheid te kunnen optreden. Daarvoor zijn de meningsverschillen en is het onderlinge wantrouwen - denk aan Frankrijk, dat met argusogen het opdringen van de ‘Germaanse’ landen Duitsland en Oostenrijk in de Balkan aanschouwt - nog veel te groot.
Zeker, de Europese trojka lijkt op Brioni een hernieuwde geweldsuitbarsting voorlopig te hebben bezworen, en dat moet op zich zelf als succes gewaardeerd worden. Maar dit is crisis management en crisis management is, hoe succesrijk ook - en de duurzaamheid van dit succes moet nog blijken -, niet hetzelfde als beleid. Dit te constateren doet niet af aan de verdiensten van de trojka onder leiding van minister Van den Broek.
NRC Handelsblad van 09-07-1991, pagina 7