Niet in staat tot zelfvernieuwing
Wanneer iedereen het met elkaar eens is, dan is aan de discussie het sap, zo niet de zin, onttrokken. Daarom - maar dan ook alleen daarom - is het einde van de koude oorlog te betreuren. Waar is de tegenstander gebleven, wiens daden, oogmerken en pretenties je tot tegenspraak prikkelden? Waar zijn zijn talloze apologeten en goedpraters gebleven, die in eigen land - ik spreek niet van het oninteressante hoopje echte communisten - je telkens stof voor kritiek gaven? Zijn Fukuyama's ‘eeuwen van verveling’ aangebroken?
Ongeveer een jaar geleden betuigde ik hier al mijn spijt over het verdwijnen van die tegenstander, en nu zie ik dat in de Times Literary Supplement van 10 mei David Selbourne hetzelfde doet, in een essay waarin hij links verwijt niet werkelijk lering te hebben getrokken uit de ineenstorting van het ‘reeel bestaande socialisme’ in Oost-Europa, dat, door alleen maar te bestaan, zelfs voor de sociaal-democraten, hoezeer zij ook dat socialisme afwezen, althans betekende dat het mogelijk was anders te leven dan krachtens de wetten van de markt.
De ‘ideologische zekerheden en morele emblemen’ van links gaven, zegt Selbourne, ons althans een been om op te knagen. Nu is er alleen maar consensus, overheerst door right-thinking (de woordspeling is alleen in het Engels mogelijk), die misschien de waarheid aan haar kant, maar niet veel hartstocht heeft. Kortom, de ontbinding van links verzwakt het intellectuele leven. Ook rechts zal door de ontruiming door links van de oude ideologische strijdperken schade lijden.
Dat is allemaal ongetwijfeld juist, maar het moet gezegd worden dat het intellectuele debat, toen het nog zin had, nogal eenzijdig was. Links - of dat nu PvdA, IKV of Groningse polemologen waren - ging over 't algemeen niet in op argumenten of tegenbetogen van ‘rechts’. Het gelijk van links was een geloofsartikel. Wie daaraan twijfelde was moreel gediskwalificeerd. Debat was dus niet nodig.
‘De partij was gewend zekerheid uit te stralen - zo moest de wereld eruitzien, want zo zat de mens in elkaar. Voor de een had het de charme van het ideaal, voor de ander was het ergerniswekkende arrogantie’, schrijven Folkert Jensma en Aukje van Roessel in hun analyse van de malaise waarin de PvdA zich bevindt (krant van 15 mei), en zij halen Peter Schat aan, die spreekt van de ‘narcistische component’ van het socialisme en de ‘zelfverheerlijkende sokkel waarop de PvdA zich plaatste’.
Welnu, dat is geen erg aanmoedigende gesprekspartner. Met het Engelse Labour is het, als we Selbourne mogen geloven, niet beter gesteld, laat staan met alles wat daar nog links van staat. In elk geval laat links, zegt hij, verstek gaan bij heel wat interessante kwesties. Als het in staat zou zijn tot intellectuele vernieuwing, zou het al lang wat hebben gezegd over, bijvoorbeeld, de Golfoorlog. Die heeft ook de PvdA in grote verwarring gebracht, terwijl de Duitse SPD het maar niet eens kan worden over de rol die het grotere Duitsland nu in de wereld moet spelen.
Selbourne gelooft dat links zijn ‘intellectuele coherentie’ niet zal hervinden zolang het nog vastzit aan het socialistische apriorisme dat het kapitalisme principieel onrechtvaardig en onderdrukkend is. Tot zo'n breuk met de ‘reactionaire socialistische traditie’ ziet hij het niet in staat - terwijl het zou moeten inzien dat de emancipatie van Oost-Europa uit het socialisme, historisch gezien, juist progressief was, ook als die emancipatie door niet socialistische krachten werd bewerkstelligd.
Iemand die ook heeft ingezien dat het socialisme - althans het ‘reeel bestaande socialisme’ - ‘niet dat vermogen tot zelfvernieuwing bevatte dat wij (het) in hope hadden toegeschreven’, is ds. R. Reeling Brouwer, een van de voormannen van de beweging ‘Christenen voor het Socialisme’, die onverbloemd partij trok voor het socialisme zoals dat in Oost-Europa werd gepraktizeerd.
In Wending van juni 1990 heeft hij verantwoording afgelegd van deze partijdigheid, in een artikel getiteld ‘De teloorgang van het communisme als bestanddeel van mijn theo-politieke existentie’. (Ds. Brouwer stuurde mij dit artikel toe bij wijze van antwoord op mijn opmerking, in mijn artikel van 23 april, dat ik nog niets had gehoord van ‘al die dominees die, zonder noodzakelijkerwijs zelf communist te zijn, toch wel iets moois zagen in het “reeel bestaande socialisme”, vooral in het Oostduitse model’ - met welke opmerking ik overigens een veel wijdere kring dan ‘Christenen voor het Socialisme’ op het oog had.)
Met alle waardering voor het feit van deze verantwoording moet ik zeggen dat ds. Brouwers analyse toch weinig diep gaat. Zo zegt hij wel terloops dat de ondergang van het communisme ‘ook door eigen hand bewerkt’ is; later spreekt hij zelfs van ‘de door feilen van binnenuit veroorzaakte ondergang’ (deze keer dus geen ‘ook’), maar wat die feilen precies waren, behalve een ‘merkwaardige en bedenkelijke corporatistische staatsinrichting’, blijft in het duister.
Eigenlijk schrijft hij die ondergang eerder toe aan een externe oorzaak, die hij ‘in het geheel niet’ voorzien had: Amerika's besluit ‘over te schakelen op een offensieve strategie tegen het alternatieve blok: die van het “Totrusten”’. Zeker, hij noemt ook de te late en te zwakke vernieuwing van het socialisme van binnenuit, maar hij doet dit met tegenwil, omdat hij niet de cynici gelijk wil geven ‘die nooit gewild hebben dat deze ontwikkelingsweg zou slagen’. Daar heb je weer die morele diskwalificatie van de tegenstander! Die belet hem kennelijk dieper op de kernoorzaak in te gaan.
Maar wat mij meer verbaasde was dat deze predikant, die zich ‘bij tijd en wijle “stalinist”’ noemde en tot op zekere hoogte begrip vroeg ‘voor de macht gebouwd op de geforceerde, met militaire commandostructuren afgedwongen, “primitieve socialistische accumulatie”’, zich nergens afvraagt hoeveel offers in mensenlevens dit alles gevergd heeft. Mij dunkt dat voor iemand die zich christen noemt, zelfs een zo'n offer er een te veel is. Hier faalt de verantwoording volkomen.
Natuurlijk de socialist Brouwer mag niet gelijkgesteld worden met de PvdA, een partij die zich nooit vereenzelvigd heeft met de Sovjet-Unie, maar beiden worstelen met een socialistische identiteit. Misschien zou de PvdA er goed aan doen het woord ‘socialisme’ helemaal uit haar vocabulaire te schrappen. Het heeft geen werfkracht meer, het is niet te definieren, en zo'n daad zou daarom van intellectuele integriteit getuigen, maar tevens het intellectuele debat helemaal tot de millimeter en de getallen achter de komma beperken.
NRC Handelsblad van 17-05-1991, pagina 9