Duitslands eigen weg
Men zou bijna in een zin der geschiedenis gaan geloven: er waren raketaanvallen op Israel voor nodig om de Duitsers zich bewust te doen worden dat ook zij een plicht hadden te vervullen in de Golfoorlog.
Als overlevenden van de gaskamers van Auschwitz door Duits gas achterhaald dreigen te worden, dan kan Duitsland zich niet onttrekken aan zijn verantwoordelijkheid dit te voorkomen.
Maar daarmee is het in een oorlog - althans een oorlogssituatie - verwikkeld geraakt, iets wat het tot elke prijs scheen te willen vermijden. Ja, nog langer dan onze eigen PvdA had het stijf de ogen gesloten voor de mogelijkheid dat het ooit tot oorlog in de Golf zou komen en dat - nog ondenkbaarder - het daarin met verantwoordelijkheden opgezadeld zou worden die overeenkomstig zijn gewicht in de wereld zijn.
Anders dan de PvdA evenwel had het nog een excuus voor deze struisvogelhouding. Was de Duitsers niet, al bijna een halve eeuw lang, ingeprent geweest dat zij verantwoordelijk waren geweest voor de gruwelijke Tweede Wereldoorlog en dat zij daarom zelfs de geringste zweem van militarisme moesten vermijden? Hadden zij - als goede leerlingen, die ze altijd zijn geweest - die les misschien te goed geleerd?
Ook is het moeilijk voor een volk dat op z'n minst twee generaties lang zijn veiligheid in feite in handen van anderen - in de eerste plaats de Verenigde Staten - heeft gelaten, plotseling buiten het bondgenootschappelijk gebied eigen beslissingen te nemen die zijn veiligheid raken. Wat dat betreft is Duitsland een groot Nederland, met dien verstande dat wij er minder moeite mee hebben, zolang die beslissingen door de Verenigde Naties gedekt zijn.
Zeker, er zijn ook andere verklaringen voor het de-andere-kant-opkijken van de Duitsers in de Golfcrisis. J.M. Bik, onze correspondent in Bonn, heeft er een uitstekende analyse aan gewijd in de krant van zaterdag. Een mengelmoes van banale en bijna metafysische oorzaken ligt ten grondslag aan het aanvankelijke Duitse ohne mich.
De euforie na het einde van de koude oorlog was nergens zo sterk als in Duitsland. Des te moeilijker was het er afscheid van te nemen en zich opnieuw aan te passen aan de wereld zoals zij is. Maar ook los van die euforie vergde de omwenteling in Oost-Europa meer aandacht van Duitsland dan van elk ander land. Dat was nu eenmaal het gevolg van 's lands geografische positie en economische vermogen en ging bijna noodzakelijk ten koste van aandacht voor de Golfcrisis.
Ook de welvaart waarin de Duitsers - althans de Westduitsers - zich nu al enkele decennia vermeien, heeft haar gevolgen. De neiging verantwoordelijkheden af te kopen wordt dan sterk. Met miljarden steun aan de Amerikaanse inspanning in de Golf is Duitsland dan ook al vrij gauw, zij het niet zonder aandringen, over de brug gekomen. Maar in de ogen van hen wier bloed vloeit, is dat niet de ware solidariteit.
Zo zijn er vele verklaringen te geven voor Duitslands terughoudendheid in de Golfcrisis, en sommige ervan zijn overtuigender dan die welke gegeven worden voor de slagen om de arm van andere landen. Vergeleken daarmee is, bijvoorbeeld, de Belgische argumentatie die van een kruidenier.
Maar intussen is - welke verklaringen ook gegeven mogen worden - de keuze die een land als Duitsland maakt, van beslissender betekenis voor de toekomst van Europa dan de keuze van, zeg, Belgie of Nederland. Met andere woorden: een land van Duitslands grootte en gewicht kan niet neutraal blijven, kan zich niet blijvend onttrekken aan de keuzen (en de daarmee gepaard gaande verantwoordelijkheden) die zo'n land als 't ware aantrekt.
Wat dat betreft geeft Duitslands aanvankelijke houding misschien minder reden tot gerustheid dan de verklaringen die ervoor gegeven kunnen worden. Want, hoe we het ook draaien en keren, Duitsland ging een eigen weg. Ook wie geen stap verzet terwijl de anderen beslissingen nemen, gaat een eigen weg.
De verhoging van het disconto door de Duitse Bundesbank - een besluit dat de meeste landen allesbehalve welkom was - versterkt de indruk van een eigen Duitse weg. Weliswaar was dit geen besluit van de Duitse regering (de Bundesbank is onafhankelijk), maar het was niettemin een soeverein Duits besluit, dat, overeenkomstig de rechten en plichten van de bank, uitsluitend rekening hield met de belangen van de Duitse economie. Net zomin als de belangen van de Duitse politiek hoeven die altijd parallel te lopen met de belangen van anderen.
Misschien is deze ontwikkeling naar zelfstandigheid onvermijdelijk, gegeven de bijzondere eisen die hereniging en Oost-Europa aan de Duitse economie stellen, gegeven Duitslands ligging en gegeven de oostwaartse verschuiving van Duitslands interne zwaartepunt na de herwonnen eenheid. Het is te gemakkelijk om, zoals The Economist deze week doet, de oorzaak van deze ontwikkeling in minister Genschers politiek (ofwel het ‘genscherisme’) te zoeken. Deze is geen oorzaak, maar symptoom.
Mocht de plotselinge herontdekking van Duitslands verantwoordelijkheid jegens Israel meer blijken te zijn dan een tijdelijke morele inkeer en ook gevolgen hebben voor Duitslands bewustzijn van eigen plaats en verantwoordelijkheden in de wereld, dan zouden we inderdaad nog kunnen gaan geloven dat de geschiedenis een zin heeft.
NRC Handelsblad van 05-02-1991, pagina 9