Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Nederduytsche poemata 1616

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3,17 MB)

Scans (26,72 MB)

ebook (5,25 MB)






Editeur
Barbara Becker-Cantarino



Genre
poëzie

Subgenre
emblematiek
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Nederduytsche poemata 1616

(1983)–Daniël Heinsius

Vorige Volgende
[p. 83]

29. Qui me nourrist, m'estaind.



illustratie

 
Het gene dat de torts ontsteeckt en doetse branden,
 
Dat selve blustse weer soo haest men keert zijn handen.
 
Soo gaet het in de min. O wreeden brandt, O brandt,
 
VVat baet mijn wijsheyt my, oft' treffelick verstandt?
 
Ick loop her ende weer, ick gae nu soo veel daegen,
 
En soecke dees en die, om mijnen noodt te klaegen.
 
Ick moet weer na het vier, de gene die 't my doet
 
Als oorsaeck van mijn vier, mijn vier oock blussen moet.

Vorige Volgende