Nederlandse letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Houdt zich bezig met laat-middeleeuwse literatuur in cultuurhistorisch verband, met bijzondere aandacht voor volkscultuur, rederijkers en de beginnende drukpers. Voornaamste publikaties: Het Gilde van de Blauwe Schuit (1983, 2de druk), Het literaire leven in de middeleeuwen (1988, 2de druk), De wereld volgens Thomas van der Noot (1982), De sneeuwpoppen van 1511 (1988), alsmede tekstuitgaven in de serie ‘Griffioen’ met de refreinen van Anna Bijns ('t Is al vrouwenwerk, 1987) en met schelmenliteratuur (Van schelmen en schavuiten, 1985).
r.j. resoort (1944) is als universitair docent verbonden aan het Instituut voor Neerlandistiek van de Universiteit van Amsterdam. Hij publiceerde artikelen over literatuur uit de late middeleeuwen en bezorgde tekstedities van twee prozaromans, Robrecht de duyvel en (in samenwerking met anderen) Sibilla. In 1988 promoveerde hij op een studie over Een schoone historie vander borchgravinne van Vergi, eveneens een prozaroman, uit het midden van de zestiende eeuw. Hij werkt aan een eerlang te verschijnen repertorium van gedrukte verhalende fictionele teksten uit de periode 1470-1600. Daarnaast richt hij zich op de gebruikssfeer van dergelijke werken. Daaronder bevinden zich dus ook boeken voor kinderen en adolescenten.
maud de sitter (1961) studeerde in Leiden Nederlandse taal- en letterkunde, hoofdrichting boekwetenschap, met de bijvakken informatica en museologie. In 1988 studeerde zij af op een onderzoek naar ‘Het maken van boektentoonstellingen’. Sinds september 1988 is zij werkzaam als redacteur/journalist.
marijke spies (1934) is als universitair hoofddocent zeventiende-eeuwse letterkunde verbonden aan het Instituut voor Neerlandistiek van de Universiteit van Amsterdam. Zij publiceerde met name over Vondel - onder andere, samen met Kees de Bruijn, Vondel Vocaal, een voor een algemeen publiek bestemde verzameling van Vondels liederen met muzieknotatie - en meer recent over de maatschappelijke en literaire idealen van de Amsterdamse rederijkerskamer De Eglentier.
annemarie van toorn (1960) studeerde in 1987 af aan de Universiteit van Amsterdam met als hoofdrichting zeventiende-eeuwse Nederlandse letterkunde. Zij leverde een bijdrage aan de tentoonstellingscatalogus Woelige tijden (1986) van het Gemeentearchief Amsterdam, gewijd aan Amsterdam in de eeuw van de beeldenstorm, en verricht op het ogenblik als onderzoeker in opleiding in dienst van de Nederlandse organisatie voor wetenschappelijk onderzoek een promotieonderzoek naar de zeventiende-eeuwse schrijver Hendrick Laurensz. Spiegel (1549-1612).
willem van toorn (1935) dichter en prozaschrijver. Redacteur en (mede-) samensteller van Nieuw Nederlands Haneboek (1977), Querido's Letterkundige Reisgids van Nederland (1983), Ooitgedicht (1985). Publiceerde romans, verhalen en poëzie, waarvan de meest recente zijn Een leeg landschap (roman 1988), Een dichteres van