Geïllustreerde flora van Nederland

Handleiding voor het bepalen van de naam der in Nederland in het wild groeiende en verbouwde gewassen en van een groot aantal sierplanten

[p. 907]

Ijzerhardfamilie.
Verbenaceeën, Verbenaceae.

Van deze soortenrijke familie komt maar één plant bij ons in 't wild voor. De kelk is vijftandig, de bloemkroon heeft 5 slippen, die ongeveer als bij de lipbloemen geplaatst zijn. Meeldraden ook vier en eveneens een viervoudige dopvrucht. Zie voor tuinplanten het Aanhangsel, volgende blz.

Geslacht: IJzerhard, Verbena.

Plant met diep ingesneden of in drieën gespleten bladeren, de bovenste alleen gekarteld of gaaf. De bloeistengel gewoonlijk met wijd uitstaande vertakkingen; de ongesteelde bloempjes opmerkelijk klein voor den grooten stengel, paars met wit, eenigszins lipvormig, doordat twee of drie slippen van de kroon omhoog en de andere omlaag zijn gericht. Tot 1 M. hoogte, soms maar 2 dM. en toch bloeiend. Juni-Oct. Op onbebouwden grond, op kalkpuin en in ruigten aan de rivieroevers, vooral de Maas. In Zuid-Limburg veel, in Zeeland tamelijk veel, overigens in ons land z.z.z.

♃ IJzerhard, V. officinalis

[p. 908]

Aanhangsel.

Geslacht: IJzerhard, Verbena.

Van ouds wordt bij ons een Amerikaansche Verbena, een zaaiplant met groote blauwe, roode of witte bloemen, gekweekt; van binnen is de bloem behaard, aan den rand meestal sterk en fijn gegolfd, gegaufreerd. Uit N.-Amerika. Juni-Oct.

☉ of ♃ Tuinverbena, V. chamaedrifolia