Geïllustreerde flora van Nederland

Handleiding voor het bepalen van de naam der in Nederland in het wild groeiende en verbouwde gewassen en van een groot aantal sierplanten

[p. 575]

Wijnruitfamilie.
Rutaceeën, Rutaceae.

Een groote familie van meest tropische planten, voor 't meerendeel boomen of heesters. Kenmerkend is o.a. het voorkomen van olieklieren in de bladeren en andere deelen, waardoor deze veelal doorschijnende stippels vertoonen, evenals bij Hertshooi. Bij ons sierplanten of verwilderd.

Geslachtentabel.

1

a.	De stengel is houtig, de plant een boom of heester.	2
b.	Stengel niet houtig, dus kruidachtig, of twijfelachtig.	4

2.

a.	Bladeren enkelvoudig, leerachtig.	3
b.	Bladeren drietallig, als klaverblaadjes in 't groot, zelden viertallig. Blz. 576, Lederboom
c.	Bladeren gevind, d.w.z. blaadjes aan weerszijden en op den top van den gemeenschappelijken bladsteel. Blz. 577, Wijnruit

3

a.	De bladsteel is aan weerszijden verbreed en van de bladschijf door een geleding gescheiden. Zie fig. Blz. 576, Oranjeboom
b.	Geen verbreede en gelede bladsteel. Blz. 577, Skimmia

[p. 576]

4 (1)

a.	De blaadjes der samengestelde bladeren zijn zelf niet weer samengesteld. Bloemen rood of wit. Blz. 576, Vuurwerkplant
b.	De blaadjes der samengestelde bladeren zijn zelf ook weer samengesteld. Bloemen geel. Blz. 577, Wijnruit

Geslacht: Oranjeboom, Citrus.

Van dit geslacht, waartoe de Citroen, Sinaasappel en vele andere zuidelijke vruchtboomen behooren, wordt als sierplant veel in kuipen gekweekt:

de Oranjeboom, Citrus Aurantium amara, met geurige bloemen (oranjebloesem) en bittere vruchten, waarvan de schil als specerij gebruikt wordt, alsmede tot het vervaardigen van likeuren. Fig. vorige blz.

Geslacht: Vuurwerkplant, Dictamnus.

Stengel rechtopstaand, stijf, met bladeren, die op kleine esschebladeren lijken en groote, rozeroode of witte bloemen in trossen. Ze zijn dicht met klieren bezet. De zeer aromatisch riekende vluchtige olie verdampt zóó sterk, dat men bij zeer stil weer den damp kan aansteken.

♃ Vuurwerkplant, D. albus

Geslacht: Lederboom, Ptelea.

Sierheester met drietallige (zelden viertallige) bladeren en eivormige, spitse, gaafrandige of iets getande blaadjes. Bloemen in schermvormige trossen, groenachtig wit, welriekend. Vrucht door een bijna 2 cM. breeden vleugelzoom omgeven.

♄ Lederboom, Pt. trifoliata

[p. 577]

Geslacht: Wijnruit, Ruta.

Half heester: de stengel is aan den voet soms houtig. De sterk samengestelde bladeren zijn eenigszins grijsgroen en rieken sterk, maar niet zeer aangenaam. De gele bloemen zijn meerendeels 4-tallig, maar die aan de toppen der takjes 5-tallig. Oude artsenijplant, nog dikwijls in tuinen gekweekt en enkele malen verwilderd. Vergiftig.

♃ of ♄ Wijnruit, R. graveolens

Geslacht: Skimmia, Skimmia.

Welriekende heester, die wel wat op Laurierkers lijkt. Bladeren leerachtig, groenblijvend. Bloemen witachtig, in pluimen, zeer geurig. Vrucht een fraai roode bes (alleen aan de vrouwelijke planten, zelden te vinden).

♄ Skimmia, S. japonica