Klimkersfamilie.
Tropaeolaceeën, Tropaeolaceae.
Saprijke planten met bladeren, waarvan de steel niet aan den bladvoet, maar in 't midden is vastgehecht (schildvormig). Meestal zijn het klimplanten, die zich door middel van de bladstelen vasthechten. Bloemen tweezijdig symmetrisch. Vijf kelkbladeren, die meer of minder bloemkroonachtig gekleurd zijn, en waarvan het achterste een lange spoor draagt, waarin honing wordt afgescheiden. Kroon losbladig. Meeldraden acht in getal. Vrucht een driedeelige splitvrucht. Sierplanten, soms verwilderd.