Geïllustreerde flora van Nederland

Handleiding voor het bepalen van de naam der in Nederland in het wild groeiende en verbouwde gewassen en van een groot aantal sierplanten

[p. 539]

Zonneroosjesfamilie.
Cistaceeën, Cistaceae.

Van deze familie, die in de landen om de Middellandsche Zee tal van soorten telt, komen bij ons maar een paar vertegenwoordigers voor; het zijn meest heesters of halfheesters. De bloemen hebben veel meeldraden en doen daardoor aan de Ranonkelfamilie denken; er is echter maar één stamper.

Geslacht: Zonneroosje, Helianthemum.

Kleine, teere plantjes met betrekkelijk groote bloemen. Vijf kroonbladeren. Drie grootere binnenste en meestal nog twee kleinėre buitenste kelkbladeren.

a.	Stengel min of meer hontig, maar met niet-houtige zijtakjes. Alle bladeren hebben aan hun voet twee kleinere steunblaadjes. Bloemen vrij groot (2 cM.), geel. z.z.z. ♄ Gestippeld Zonneroosje, H. Chamaecistus
b.	Stengel niet houtig, rechtopstaand. De onderste bladeren hebben geen steunblaadjes. Bloemen kleiner, kroonbladeren geel, meestal met een roode vlek aan hun voet. Noordzee-eilanden. z.z.z. ☉ Gevlekt Zonneroosje, H. guttatum.

Aanhangsel. Een soort met witte bloemen en van achteren viltig behaarde bladeren wordt soms gekweekt.

♄ Bepoederd Zonneroosje, H. pulverulentum