Geïllustreerde flora van Nederland

Handleiding voor het bepalen van de naam der in Nederland in het wild groeiende en verbouwde gewassen en van een groot aantal sierplanten

[p. 413]

Nachtschoonefamilie.
Nyctaginaceeën, Nyctaginaceae.

Kenmerkend is voor deze familie het vergroeidbladige, meestal gekleurde bloemdek, dat na den bloei, althans ten deele, blijft bestaan. Bladeren kruiswijs.

Geslachtentabel.

a.	Verscheidene bloemen bijeen op steeltjes, die uit één punt schijnen te komen, dus in schermen. Blz, 413, Abronia
b.	Bloemen afzonderlijk. Blz. 413, Nachtschoone

Geslacht: Abronia, Abronia.

Stengels neerliggend, uitgespreid of eenigszins klimmend, soms wel 1½ M. lang. Bloemen in schermen met een krans van schutblaadjes, paars of roodachtig, welriekend. Uit Californië.

☉ of ♃ Schermabronia, A. umbellata

Geslacht: Nachtschoone, Mirubilis.

De bloemen ontluiken tegen den avond en blijven's nachts open, vandaar de naam. Bloemen afzonderlijk, elk in een 5-

[p. 414]

spletig, groen omhulseltje; daardoor zijn er schijnbaar wèl kelk en kroon.

a.	Stengel stijf, rechtopstaand. Bloemen met een 3-4 cM. lange buis en ('s nachts) uitgespreiden zoom, rood, geel, wit of gestreept, welriekend. De wortels kunnen als die der Dahlia's overwinteren. Uit Peru. Fig. vorige blz. ☉ of ♃ Nachtschoone, M. Jalapa
b.	Als de vorige, maar met een 10-12 cM. lange bloembuis en roode, witte of paarse bloemen. Uit Mexico. ☉ of ♃ Langbloem-nachtschoone, M. longiflora
c.	Een bastaard tusschen de vorige soorten met 3-6 cM. lange bloembuis en bloemen van allerlei kleuren. Basterdnachtschoone, M. hybrida