Korstmossen.
Lichenes.
De Korstmossen groeien als grijsgroene, grijsblauwe, gele of bruine korsten, linten of struikvormige massa's op boomstammen, muren, rotsblokken of op den grond. Elk zoo'n massa bestaat uit een aantal zwamdraden met zeer veel eencellige wiertjes, zoodat een Korstmos een plantengenootschap is van wieren met zwammen. Het heele jaar door, maar vooral in den winter, vindt men aan de Korstmossen schotelvormige verdikkingen. Deze bestaan uit zwamdraden en wel uit sporenbuizen, waaruit 4-8 sporen te voorschijn komen, die door den wind worden verspreid en waaruit weer nieuwe zwamdraden ontspruiten.
Eenige van onze belangrijkste Korstmossen zijn:
1. | Baardmos, Usnea barbata, tamelijk zeldzaam aan boomstammen, zeer zelden bij ons met vruchtschijfjes. |
2. | Gewoon Schorsmos, Ramalina fraxinea, zeer veel aan boomschors, vooral aan eiken, de vruchtschijfjes aan de linten. |
3. | Leermos, Peltigera polydactyla, zeer veel op den grond, de sporenzakjes zitten in omgekrulde stukken van den rand. |
4. | Rendiermos, Cladonia rangiferina, zeer veel op zandgrond, licht grijsgroen, de sporenzakjes in kleine knopjes aan de toppen van de zijtakjes. |
5. | Groen Bekermos, Cladonia pyxidata, zeer veel op zandgrond; vruchtschijfjes donkergroen op den rand van 't bekertje. |
6. | Rood Bekermos, Cladonia cornucupioides, veel op heigrond, vruchtschijfjes rood. |
7. | Steenkorstmos, Xanthoria pariëtina, geel; zeer veel op boomschors, muren en steenen. |
8. | Lettermos, Graphis scripta, tamelijk veel op boomschors (esschen, hulsten, beuken), de streepvormige vruchtschijfjes lijken op oude, vreemde letters. |
9. | Roode Heikorst, Baeomyces roseüs, veel op heigrond, de vruchtschijfjes zijn kleine, gesteelde knopjes. |
10. | Landkaartmos, Lecidea geographica, heldergeel; op zwerfblokken, steenen en muren. |
|
|