Moet je horen!(1952)–Piet Heil– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 29] [p. 29] Witte vis, witte vis Witte vis, witte vis, kom eens naar het strand en vertel mij hoe het is in je waterland. Heb je bloemen daar en bomen? Kan ik niet eens bij je komen? Witte vis, witte vis, zwem eens naar de kant. Blauwe vis, blauwe vis, neem mij met je mee. Laat me zien hoe mooi het is in de diepe zee. Zijn daar huizen ook, en straten, kun je onder water praten? Blauwe vis, blauwe vis, ik wil met je mee. [pagina 30] [p. 30] Rode vis, rode vis, zeg me hoe je heet. Zeg me hoe je voornaam is. Niemand, die het weet. Waarom blijf je steeds zo zwijgen, zal ik nooit een antwoord krijgen? Rode vis, rode vis, kom, ik pak je beet! Gouden vis, gouden vis, wat is dat voor grap dat je kleur zo anders is om de haverklap? Draag je telkens nieuwe kleren? 'k Zou dat ook wel willen leren. Gouden vis, gouden vis, 'k vind je reuze knap. Lieve vis, lieve vis, ik ben zo alleen. Al mijn vriendjes zijn op reis. 'k Zie er hier geeneen. Moet ook jij je zo vervelen? Kom maar hier, dan gaan we spelen. Lieve vis, lieve vis Ach, nu zwemt hij heen! Vorige Volgende