Een misvatting die Nederland sinds enige tijd in haar greep heeft: wil iets echt betekenis krijgen, dan moet het ook persoonlijk zijn. Met het gevolg dat wat begint als een algemeen heet hangijzer, steeds weer eindigt in een discussie over persoonlijkheden. Het is niet de kwestie die een menselijk gezicht krijgt door het persoonlijke element, het is juist de kwestie die ondergeschikt wordt gemaakt aan een persoonlijkheid. Is Ayaan onevenwichtig, is Gretta hysterisch? De Amsterdamse wethouder Rob Oudkerk komt ons na gesprekken met die religieus bevlogen schoolmeisjes sussend melden dat het echt hele leuke, verstandige meiden zijn. Alsof dat er ook maar iets toe doet.
Het gaat niet om principes, het gaat om mensen; dat klinkt opwindend betrokken, maar het is juist dat persoonlijke element dat iedere discussie of debat zijn algemene betekenis ontneemt. Wat voorbij onze persoonlijke horizon ligt, daarover kunnen we niet meer praten.
Het schrijnendste voorbeeld van die neiging om alles persoonlijk te maken, was demissionair minister Nawijn, die zijn ‘discretionaire bevoegdheden’, de mogelijkheid om persoonlijk verblijfsvergunningen uit te delen, tot onderdeel van zijn beleid heeft gemaakt. De regels die hij voorstond mogen onmenselijk zijn, als het om personen met een gezicht gaat, blijkt hij het hart op de juiste plaats te hebben. Er spreekt een onsmakelijke, door en door narcistische geest uit, maar ook een die van harte wordt ondersteund door de tijdgeest.
Eerst mensen, dan regels, meldt de nieuwe slagzin van verzekeraar Achmea zelfgenoegzaam. Maar wanneer het alleen nog maar om mensen gaat, valt over regels helemaal niet meer te praten. En niet alleen over regels, ook niet meer over vraagstukken die buiten de waan van de dag vallen, niet over kwesties die ver van ons bed liggen, want die zijn per definitie niet persoonlijk en direct. De slagzin van Achmea legt de perfiditeit van deze houding ongewild bloot: wat op het eer-