uitspreken zonder er kut voor te zetten. Aanvankelijk werd de problematiek van botsende culturen en gebrek aan integratie weggepoetst met mooie multiculti-illusies, nu wordt ze van week tot week meer opgeblazen. Nieuwkomers hebben allang niets exotisch meer; leven in twee culturen wordt voor onmogelijk gehouden. Je kunt alleen nog Nederlander worden door een culturele amputatie. Het is aanpassen of oprotten.
De reactie is navenant - dreigende taal wordt beantwoord met dreigende taal. Terwijl de oorspronkelijke Nederlander opgejaagd door globalisering en immigratie op zoek gaat naar zijn eigen fundament, verschansen steeds meer allochtonen zich in eigen kring en klampen zich op hun beurt vast aan idealen van culturele zuiverheid die grotendeels onhoudbare illusies zijn. Er wordt verwantschap gezocht over de grenzen van Nederland heen, met land-ras-en-geloofsgenoten, er worden transnationale identiteiten verzonnen en ontwikkeld, alles om maar geen Nederlander met de Nederlanders te hoeven zijn.
Je hoeft niet visionair te zijn om te zien dat beide reacties voortkomen uit eenzelfde angst: ogenschijnlijk angst voor aantasting van de eigenheid, in werkelijkheid de angst zelf helemaal geen eigenheid meer te bezitten - terwijl de Ander die wel heeft. Het antwoord is een verzonnen eigenheid. Dat is de plaag van de nieuwe multiculturele samenleving.
Zolang de nadruk van alle kanten op onveranderlijke eigenheid wordt gelegd, zal identiteit steeds opnieuw botsen met iedere nieuw ontwikkelde notie van burgerschap. Het idee van burgerschap is een mooi ideaal, iets waar je graag in wilt geloven, zoiets als de Europese eenwording. Maar zolang het geen bedding krijgt in een idee van gedeelde identiteit, blijft het een fraaie abstractie, die de menselijke behoefte aan de eigen kring alleen maar zal versterken. Een samenleving kan niet op abstracties steunen, of, zoals dat