van gemaakt, de ‘elite’ kan alleen maar schelden, en last but not least: de kiezer is nog steeds heel boos. Op het schoolplein van de Hollandse politiek kun je je, als alle argumenten tekortschieten, altijd nog achter de brede rug van het boze volk verschuilen.
Wat Bomhoff niet beseft, is dat hij geen recht van spreken meer heeft. Het debacle van de nieuwe politiek, zo bleek opnieuw uit zijn eigen optreden en dat van zijn aartsrivaal Herman Heinsbroek in nova naar aanleiding van het verschijnen van zijn boek, is niet door de media veroorzaakt, maar onder meer door Bomhoff zelf.
Het hogere belang dat hij zegt na te streven, had een hernieuwd geloof in het politieke bedrijf moeten zijn. Je kunt de politiek niet vernieuwen wanneer je de politiek zelf schoffeert. Door zijn ambtsgeheim zo onbekommerd te schenden, laat Bomhoff zien het wezen van de politiek niet langer serieus te nemen. Het was de opdracht van het kabinet-Balkenende om het vertrouwen van de burger in de politiek te herstellen; wat zijn ploeg in werkelijkheid heeft gedaan is het geloof in het bestaansrecht van politieke instituties nog verder uithollen.
Dat een intelligente man als Bomhoff oprecht denkt een hoger belang na te streven door het slopen van een van de pijlers onder het politieke bestel, lijkt me een teken aan de wand. Een van de hardnekkigste denkfouten van de nieuwe politiek is de notie dat de politiek buiten de politiek om vernieuwd kan worden. Politiek kan niet zonder instituties, en instituties hebben geloof nodig. Er bestaat een subtiel verschil tussen kritiek op het politieke bestel en een afkeer van het politieke bestel. Door zijn ambtsgeheim zo nonchalant te schenden, wordt de kritiek van Bomhoff op de huidige politiek pijnlijk ongeloofwaardig.
In een interview in het Belgische opinieweekblad Knack fulmineert de Britse conservatieve filosoof Roger Scruton