| |
| |
| |
Kinderen der zorg.
Er zijn - 't behoort waarlijk tot 't ongemeenstzonderlinge - enorme kringen van levensleed, die wij, auteurs en auteurtjes, bij voortduring mijden, omdat wij er ons niet dan bij toevallige uitzondering in bewegen, en omdat onze trouwe lezers aan iets ànders behoefte hebben dan aan wat op een afstand aanschouwd - de meest-tragische verveling, verveling-van-elken-dag, verveling zonder einder en schoonheid, machtlooskruipende verveling, lijkt te vertegenwoordigen. Soms, als we den oppersten Droom in kunst-uiting zoeken, in letterkundige fantasieën, muziek, schilderijen, tooneel, dringt zich bij eene zooveelste teleurstelling de gedachte op, dat de mensch een bijzonder fraai specimen is, maar de natuur zijn scheppingen van beeld, kleur, geluid, gebaar, in oneindige mate overtreft.
In dergelijke onredelijke besluipingen neemt kunst den schijn aan van een surrogaat, dat we geheel zouden kunnen verwerpen, als een artificiëel bestaan ons niet van de vol-heerlijkheid der natuur gescheiden hield....
Toch, in andere stemming de lijn-van-surrogaat hervattend, gedreven door de pathologische neiging, om altijd weer vàn menschen ààn menschen te ver- | |
| |
tellen, bouwen we 't eene letteren-gebouwtje na 't andere, bewust of onbewust fantaseerend in den geest van die ons na staan. Zoo groeide in den loop der eeuwen eene levens-tendenz, die aan het oppervlak genomen, geen tendenz meer lijkt, omdat we er allen van af de fopspeen zóó aan gewend zijn geraakt, als aan kousen en liefst heele-zolen. De vrijheid van een auteur wordt door de mijl-paaltjes zijner gemeenschapsgenooten aangeduid. Omdat een schrijver zònder lezerskring, zònder aandacht, in den regel een doodgeboren individu pleegt te zijn. Een manuscript krijgt eerst léven door het mee-voelen en mee-denken van anderen. Om die reden wordt er wel eens meewarig gepraat over Abraham Kuyper's zoeten, kregel-makenden verzamelnaam ‘Kleine Luyden’, maar de beschrijvende literatuur over die menigte, vindt noch smaak, noch onstuimigen kooplust, noch.... snobs.
De verre horizon, lichtend in violette wolkjes en lila gekartel - het pompeus bazuin-gestoot, dat kunst bóven het gedoe dezer aarde moet verheffen en vanzelf-gesproken boven het gekriel van sloppen, steegjes en achterbuurten - de heele visie van kunst in eene astrale sfeer, aureool van schoonheid, die schoonheid, d.i. Schoonheid is - is in fellen opstand tegen het sjagrijnige, grijs-egale, rampzalige, aan schoonheid van natuur en kunst ontscheurd bestaan der wee, als vlier smakende titulatuur.... ‘kleine luyden’.... De fijngevoelige auteur Frans Coenen, aangetrokken door het veeltijds vreugdelooze der onderste burgerij, is geen bemind vleesch. Men verlangde vurige romans in de straten-van-alleen-'s Zondags-'n-balletje-gehakt-of-'n-lapje. Herinnerde men zich niet uit z'n jeugd de heerlijke vervolg-deelen van Dumas, Victor Hugo, Sue, Xavier de Montépin, het gehos van ridders, misleide maagden, dolkstooten,
| |
| |
schakingen? Ware Frans Coenen nòg een stapje lager gegaan - 'k denk niet aan de arbeiders, daar het massaal verweer van deze, heroïsch en episch, kunstenaars lokte -, ware hij aan het analyseeren geslagen der fatsoenlijke, passieve, berustende, van luttele vreugdetjes genietende, in helsche zorgen stervende - kleinste burgerij, die hij nòch 'n ander kent, omdat we nooit in de Jordaan- en andere kwartieren doordringen, dan zouden zijn beschrijvingen van verdiepinkjes-verveling en stuiptrekkend fatsoen, de minnaars van kunst-aan-de-bergtoppen met rotting-slagen verjaagd hebben - en hijzelf at in berusting z'n nagels....
Deze inleidende opzet gewerd mij na de lezing van Het Nieuwsblad voor Nederland, of liever van de advertentie-kolommen van dit orgaan, eene toevallige bezigheid, die mij voor 't eerst van m'n leven overkwam, en waarin ik waarschijnlijk thans velen lezers van dit Schetsboek vooruit ben. Wat geeft zoo één nummer 'n verrassenden kijk op de geslotenste wereld eener groote stad! In 't begin, de duizenden klein-gedrukte advertenties glimlachend-verbaasd bekijkend, ben je geneigd 't blad neer te werpen, met de bewondering van 'n vakman, die de advertentie-uitgebreidheid van zulk 'n Zaterdagavond-nummer, de moeite van het zetten, administreeren etc., nog op andere wijze dan het groote publiek begrijpt. Dan, toevallig, lees je een der advertentietjes, een uit de ontelbare reeks, en verder zoekend, voel je een stijgende beklemming, ruik je de muffe lucht van alkoven en bedsteden, zie je trappen met ingevreten treden en glimmende grijptouwen, hoor je 't dompig gepraat in broeiende kamertjes.... 'r Hangt bestoven waschgoed aan droogrekken - 'r schort 't geschreeuw van 'n ven- | |
| |
ter - 'r steekt 'n kop met opgeknot haar over 'n kozijn - 'r geelt de schil van 'n sinaasappel in de modder van 'n straatje - 'r schemert de dans van breedheupige, paars-bekkige meiden in 'n bierhuis - 't eier-gepel in 'n schaftkelder - de troebele walm van tabak en jenever - 't vraatknauwen van 'n graat door 'n bolruggige kat - de slierende stooming eener lamp - 't grijze-haren-geslurf langs 'n oker rimpel-gelaat - 't staren, vochtigen, wachten, wèèr staren, verwijten, vragen, be-rus-ten van duizenden, duizenden, nog eens duizenden oogen, oogen met zorg, monden met zorg, gebukte ruggen met zorg, stemmen met zorg. O, de advertentiekolommen der allerkleinste, onhoorbaarste, passiefste burgerij - zwiepen een stoet aan van zorg-menschjes, in-zorg-gebrokenen, ouwe, jonge, nog-op-'n-toe-komst-hopenden,
fatsoenlijk-'t-uitschrééuwenden, een stoet zonder einde, zonder kleur, zonder mènschelijks. Want 'n mensch is een prachtig dier, geboren om naar het spel van zon en wolken te kijken. 'n Mensch is in z'n diepsten aard goed en zorgeloos, omdat-ie eens kind was, 'n kind de volkomenheid ver-zinnebeeldt - en op lateren leeftijd zich naar de omgeving richt, de Maatschappij - zonder mááts.
‘Vreemd,’ zeide dezer dagen een geleerde, de gekweekte bacteriën in een reageerbuis met verliefde oogjes bewonderend: ‘... vreemd dat er bijna geen zuur meer bestaat, dat we vroeger ànorganisch taxeerden, zònder waarlijk telende bacterie-soort. Vreemd dat niemand eens op den weelde-inval komt wat gezonde kinderen in een mooie streek af te zonderen, afgezonderd van alle vernielende invloeden, om op die wijze na te gaan hoe een mensch uit zichzelf wordt’.... Dwaze, beminnelijke onderzoeker! Hoe fameus humoristisch contrasteert uw reageerbuisje met de annonce:
| |
| |
In gezin z.k., een net Slaapkamertje met hangkast, boven plank, voor oude Juffr., of j. Juffr., b.b.h., f 1 p.w., liefst eigen bed. J.v.d. Heijdenstr., met gebr. van keuk., ook pension. Br. lett. N.N. kiosk Ferd. Bolplein.
Plots leeft voor je oogen 't huishoudentje van dat gezin-zonder-kinderen, 't gewroet om tot de zuinigste samenstelling der advertentie te komen, de gespannen berekening voor een genots-verhooging van één gulden per week meer. Aan de beluistering van het geval is 'n Falklandje verloren gegaan. Jammer.......
De over 'n tafelblad gebogen zorg-hoofden, bij 't scheemren der avondlamp, zie je in de verheugenis der vondst dat er in de hangkast een bovenplank is. Het wikken en wegen vóél je. Of het 't aangenaamst is, 'n oude òf 'n jonge juffrouw te nemen, met of zonder eigen bed, met pension of met gebruik van keuken...... Welk een naïveteit-van-zorgjes, dat op zijn of haar aanraden, als lokaas aan de komende oude juffrouw, die op haar ouden dag b.b.h.h. (bezigheden buitenshuis heeft) en niet meer dan één gulden per week voor 'r slaapgelegenheid kan missen, meegedeeld wordt, dat er in de hangkast een plank is.
Weer ànders leeft de verhouding in de volgende advertentie, tragisch door haar eenvoud:
Wegens ziekte der vrouw voor billijken prijs een Zaakje in Brandstoffen, Petroleum, Suikerwerk enz., wordt 's Zomers veel Roomijs verkocht. Adr. N.N.-straat No. 15.
| |
| |
Een mes dat aan twéé kanten snijdt. 's Winters brandstoffen, petroleum, suikerwerk - 's-zomers verkoop van véél roomijs. De vrouw ziek. Het mes houdt op te snijden. De koopsom is niet genoemd, maar omdat we midden in den winter leven, en de oproep geplaatst wordt in den bèsten tijd van 't zaakje, durf je vermoeden, dat wanneer de zieke vrouw zich uit haar handeltje van brandstoffen, petroleum, suikerwerk, roomijs, terug heeft getrokken, de groote stad geen gelukkig mensch rijker geworden is. Wie zal de nieuwe eigenaar worden van 't doodgejakkerd nerinkje? Wie zal er duiten en twee-en-half-cents-stukken tellen? En op 'n slonsje papier de schuld van 'n kan petroleum of wat lichte turven aanteekenen?
Vlak er naast, in 't pijnlijk gekrioel van kleine gebeurtenisjes, de veerkrachtigheid eener levende negotie.
Gevraagd: Tanden, gebroken of onbruikbare Kunstgebitten, worden ingekocht. Br. fr. ltr. N.N. bur. van dit blad.
Tanden gevraagd. Gebroken of onbruikbare kunstgebitten. Er zijn lieden, die 't eerst uitgevallen melktandje van 'n zoon of dochter in goud laten vatten, en eene zulke herinnering, als 'n lief ding, aan den horlogeketting dragen. Er zijn 'r - 'k wist 't tot heden niet - die 'n losgeraakten tand van grootvader, vader, moeder, zoon of dochter, mits gaaf, voor 'n dubbeltje of zoo versjaggeren. De samenstelling van 'n valsch gebit, krijgt op die wijze een bizarren oorsprong.... Als mijn uur slaat, om 'r ook een te moeten hebben, zal 'k de heugenis aan de kleine advertentie houden, die in de volksbuurten niet onopgemerkt kan blijven. Misschien is 'n tand wel eens 'n uitkomst.
| |
| |
Iets dergelijks onderstel je bij de lezing van:
HH. Hengelaars. Een geheele Vischuitrusting, weg. vertr. naar buitenland, bevattende een Vat, Laarzen, Hengels, een Bak, Jas, enz. Ook afzonderlijk. Borgerstraat 1e Etage.
Vertrekt de man naar 't buitenland, of zegt hij maar zoo voor z'n buren? Zit de vrouw 'm dwars bij z'n liefhebberij òf de huisheer? Als je naar 't ‘buitenland’ vertrekt, heb je toch waarlijk meer aan te bieden dan je visch-uitrusting, je vat, je laarzen, je hengels, je bak, je jas. Wat brengt 't op als je sláágt? O, de goddelijke ‘humor’, de onbetaalbare ‘humor’, van 'n hartstochtelijk hengelaar, die in den vroegsten morgen door 't dauwend gras langs de greppels liep, inleggend, 't kroos ploempend, bij 't trillen van z'n hengel lekkerloerend 'n pruim bekauwend, vóélend de plekjes van baars of snoek, bliek of zeelt, paling of peutergoed, blij met 't zwaarder worden van z'n vat, en die, alweer midden in den winter, wegens vertrek naar 't ‘buitenland’, z'n meest-vastgeroeste genegenheids-voorwerpen van de hand doet, in één bod tezaam, desverkiezend ‘elk afzonderlijk’....
Openhartiger - nee, in diè kringen geneert men zich niet: men geeft naam en toenaam, straat en nummer, die ik in dit verband liever strijk! - eerlijker biecht dit inseraat:
Linnenkast, sierl. Meubel, voor meer dan spotprijs, te koop een massief mahonie Linnenkast, buitengewoon groot, met zeer fraai gebeeldhouwde deuren, zeldzaam donker van kleur, 2 jr. in gebruik en
| |
| |
heeft f 85 gekost, moet weg wegens geldgebrek. X-straat 106, kruidenierswinkel.
Twéé jaar geleden kostte de linnenkast f 85. -, een voor die straat en zulke menschen zoo hoogen prijs, dat 'r wel iets hards moet gebeurd zijn, om zonder aarzeling in 't publiek te vertellen, dat ze ‘weg moet wegens geldgebrek.’ Hollanders zijn 'n zóo buren-bevreesd volk, dat ze liever in schemeravond, ongezien, 't draagbaar boeltje naar 'n ‘huis van koop met recht van wederinkoop,’ met betaling van woekerrente, brengen. Alleen 'n kast van ‘buitengewoon groot soort’ brèng je niet zoo makkelijk.
Schuins daarboven, heb je kijk op 'n andere levens-historie:
Huishoudster. Een Juffr. middelb. 1. zag zich gaarne gepl. als Huishoudster, zonder salaris, zoo noodig ook genegen in de zaak behulpzaam te zijn. Br. fr. lett. B bureau N.v.N.
Een juffrouw van middelbaren leeftijd, vermoedelijk zoo geknauwd en getrapt, dat ze om arbeid in een dier kleine burger-gezinnen bedelt, zonder salaris! Enkel voor 'n hap eten en voor 'n bed. En alsof ze ruikt, dat 'r meerderen tot zoo iets bereid zijn, haast ze zich 'r offerte smakelijker te maken door zich ook geneigd te verklaren ‘in de zaak behulpzaam te zijn’. Ze is van middelbaren leeftijd. Over 'n jaar of tien zal ze grijs zijn, fantaseer 'k. Hoe zal ze dan 'r advertentie stellen? En hoe groot is 'r teleurstelling dezen keer geweest, bij 't ontvangen van misschien niet één antwoord?
| |
| |
Een variante, aan het oppervlak 'n weinig vroolijker is deze aanbieding:
Nachtwaker. Een sterke man, 38 j. biedt zich aan als Nachtwaker. Adres G.W. Marnixstr. no. X.
'n Beroep doend op z'n kracht, vleit-ie zich in bij angstige lieden. Maar omdat 'n sterke man van 38 jaar, 'n man met waarde in z'n spieren en fatsoenlijk - zonder informatie neemt men geen nachtwaker! - waarschijnlijk ook overdag wurmt, zoek je iets achter dien aandrang om ook 's nachts z'n lichaam te verkoopen. Werkloosheid, nood of ziekte. Hoe ook verondersteld, zorg.
Zusterlijk er neven de grootspraak eener aanbieding, die met bedachtzaamheid schijnt geschreven, doch onbedriegelijk is.
Een net, groot, frisch Slaapkamertje met een mooi, ver uitzicht, op een gegoeden stand en bij fatsoenlijke nette menschen en kl. gezin, f 1.50 per week en met thee voor iem. z.b.b.h.h. Br. fr. lt. D, bur. van dit blad.
Een mooi ver uitzicht. Een ‘gegoede’ stand. Een klein gezin van fatsoenlijke, nette menschen. Een frissche slaapkamer op dien ‘gegoeden’ stand voor een daalder in de week. En alsof zulks bij dat ‘mooi ver uitzicht’ niet misdadiglijk te geef is, komt de premie aan het slot: EN MET THEE.... Over dat laatste moet veel geredeneerd zijn. Andere commensalen doen 't met minder. En er is geen hangkast met boven een plank, als toegift. Evenmin de attractie eener behuizing van gelijken prijs, als deze:
| |
| |
Een frissche Kamer met doorl. privaat à f 1.50 p.w. Maagdelievenstr. no. N.N.
Bij eerste lezing glimlacht men. Dan niet meer. Bij den zondvloed van kamer-offertes, zoekt de een 't in thee, de ander in 'n privaat. Een genoegen, of uiting-van-overdaad is 't niet.
Verder:
Naaister. Een bejaarde Naaister, 2 dagen vrij hebbende, zag deze gaarne bezet, 40 ct. per dag, het liefst omtrek Oosterpark en omstreken. Br. lett. M.S. kiosk Oosterpark.
Ze is bejaard. Ze zegt 't als aanduiding dat ze niet meer zoo vlug kan. Van 's morgens 9 tot 's avonds 9 - dè dag - wil ze piekeren voor 40 cent, nog geen vier cent per uur. Over de heele week gerekend is dat f 2.40. Nu heeft ze slechts f 1.60. Welken prijs ze ook onder die omstandigheden voor 'n slaapkamer betaalt, 't zij met of zònder hangkast, 't zij mèt of zònder thee, 't zij mèt of zònder privaat, 't wordt onmogelijk 'r tobben te benaderen.
Op deze vervelende manier - 'k zeide het reserveloos: dat we, in déze levenssfeer, in de verveling-van-elken-dag, eene matelooze verveling, eene grauwe oneindige verveling verdoold raken - zou 'k kunnen vervolgen.
Liever wil 'k allen romanesken romanlezers, als ze zich 'n uurtje embêteeren, den raad geven, in de advertentie-kolommen van 'n blad der allerkleinste burgerij, op pad te gaan. Het is een boeiende, verrassende lectuur.
Februari '06 |
|