| |
| |
| |
Analyse van nòg een gemoeds-toestand.
Toen vader overreden was en stierf, waren zij uit de zorg, néé, ineens in goeien doen. Sterker hadden ze niet kunnen boffen. Zonder accident zou 't endje van àllemaal zuur zijn geweest en gebleven. Nou keerde de Ongelukkenverzekering-Maatschappij, bij wie vader zich een polis had laten aansmeren, coulant twintigduizend mark uit, 'n geweldig bedrag, dat mèt 't pensioentje een behoorlijk rentetje gaf.
Eerst had Regina - nichtjes en neefjes noemden haar onkoninklijk tante Reggie - 'r moeder bezworen de ongelukssom nièt aan te nemen, 't geld waaraan vader's bloed vastzat, 't kapitaal dat miserabel uit de lucht kwam vallen, als de hoofdsom van 'n zwendelloterij, maar moeder bedacht na de droeve dagen van schrik en rouwe, dat alleen gekken twintigduizend mark weigeren - ze accepteerde, plaatste zelfs op verzoek van de ongelukkenmaatschappij, zooals tante Regina haar warhoofdigondankbaar noemde, eene in warme bewoordingen gestelde Annonce-van-dank voor het prompt nakomen der verplichtingen.....
Wat daarna in tante Regina's boezem geschiedde - om een banaal verbum te gebruiken - moet
| |
| |
voor mij en voor u, niettegenstaande 'k wèderom van analyse en gemoedstoestand gewaag, eene mysterie blijven. Gelijk we in 't leven herhaaldlijk bewegingen speuren zonder de moveerende kracht te kunnen verklaren en onze hypothesen als kaf in den wind stuiven, als een ongekend feit de vroegere weefselen vernielt, zoo ontpopt in menige ziel onvermoeid kruid, 't welk we nimmer op dièn bodem hadden verwacht. Daar zijn schokken die van een jongeling 'n gebogen màn, van 'n grijsaard 'n pierewaaier maken, die energie inpompen en fut loozen. Daar zijn slagen die haren vergrijzen, schouders dompen, nekken trotslijk doen heffen. Daar zijn wakker-schuddingen die 'n kousen-verstellende, huishoudelijke, jonge dochter in eene grimmig-moderne, feministische vróúw veranderen. Aldus Regina. Van het speciaal geval sla 'k natuurlijk tot geenerlei generalisatie over. Het ware onlogisch het feminisme met z'n vele normale en goede verschijnselen als een nieuwen agregaats-toestand voor overreden-vaders-verdriet te doodverven. Het zoude geen verband houden met de statistieken, nòch met de jaarlijksche premie eener ongeluksverzekerings-maatschappij. Het zoude daarenboven onbillijk zijn tegenover een aantal wáárdige vrouwen, die voor respectabele, uit positieve omstandigheden groeiende rechten strijden - en tegelijk vróúw blijven.
Regina werd hyper.
Zij streed met mansgebaar, manshaar en voor zoover het ging in manskleed.
Zij was van de corsetloozen. Zij rookte sigaretten. Zij droeg onder haar japon een fietspantalon, ter vermijding van trap-quaesties. Ze bezat een tondeuse en knipte zich het haar. Zij was vegetariër. Ze propagandeerde voor geheel-onthouding, reformkleeding, vrouwen-kiesrecht. Ze betaalde contributie aan
| |
| |
diverse vrouwenbonden, las de krantjes der vrouw. Doch niet breed genoeg aangelegd als de meeste der lijdende dames, zag zij àls die meeste het uiterlijke van den Strijd. Het innerlijke ontging haar. Zij leed en betoogde naar de zijde van het Zuigelingen-feminisme. Is niet de zuigeling corsetloos, haarloos, adept van vegetarisme, geheel-onthouding, reformkleeding? Zij klom òp omnibussen, zat daar kranten te lezen, de beenen nonchalant gekruist. De mannen deeën 't ook. Ze reisde damescoupé, stak 'r sigaretten op. Was de tijd niet zoodanig gevorderd om Dames-rooken en Dames-niet-Rooken in te voeren? Ze floot deuntjes als ze wandelde. Ze deed zoo een oneindige reeks anti-man-zaken, had dédain voor zeep en odeur, verachtte hoeden-met-veeren. In één woord: ze was een karikaturaal aanhangsel der de arbeidersvrouwen-voorbijstoomende Beweging.
Toen vader leefde was ze 'n huissloofje geweest, een sloofje van theezetten, meubeltjes-wrijven, handwerkjes-prutsen. Vader verstond geen malligheden. Van 't één uiterste viel ze in 't ànder.
'n Man - het gruwelijk Ding - bleef van haar pad. Ze ver-ouwbakte, kreeg zuigeling-feministische vriendinnen. De metamorfose geschiedde.
Moeder oud, vróég-oud geworden, hield ze in vinnige-opmerkingen-tyrannie. Dagelijks drenzend dreef ze haar wil in 't huishoudentje door. Varkenskluif en lapjes werden afgeschaft. Moeder zou zien hoeveel plezieriger en minder zenuwachtig ze zich voelde bij plantaardig voedsel. Ze praatte met overtuiging de anti-levend-voedsel redeneerinkjes na, gaf citaten van professoren en natuur-beschouwingen. En als dan de ouwe vrouw met 't rimpelgelaatje en 't sukkelend kinnebakje de voedzame vegetarische maaltijden beklaagde, sloeg dochter's stem in spijtigheidjes over:
| |
| |
‘Moe wat ben je lastig! Hoe kun je verlangen naar dat vieze vleesch - 'n slagerswinkel is niks as 'n moordenaarsgelegenheid. Elke slager is 'n móórdenaar. 'k Wil ze niet an de deur zien’....
‘'k Ben 't toch al z'n leven gewend geweest,’ klaagde de weduwe.
‘Dat bewijst niks - u heeft wel méér verkeerde gewoontes’...
't Laatste zei ze met nadruk, zinspelend op de gemeenheid van de ouwe vrouw om te drinken. Moeder drònk. Moeder dronk vróéger. 't Spreekt da 'r 'n end an gemaakt was. Moeder dronk port en sherry en advocaat en likeuren, wel niet overmatig, wel met 'n enkel glaasje. Maar 't blééf drank en wat èrger was, sinds vader's dood, had ze 'r twéémaal betrapt dat ze van de cognacflesch próéfde. Die stond 'r van vroeger. Die werd verwijderd. Alles werd verwijderd wat alcohol-percentage had. Er kwam 'n flesch met limonade en een met alcoholvrije-wijn.
Ging moeder op visite, had ze ergens behaaglijk een slokje geproefd, dan moest ze oppassen dat Regina 't niet snapte.
‘Moeder - u ruikt ráár.’
‘Raar?’
‘Moeder u heeft alcohol gedronken’....
‘'k Heb bij nichie Trees’....
‘Dacht 'k wel! Die afschuwelijke gewoontes! U moest u als vrouw met grijs haar schàmen’....
Dan lichtte er zwakke opstand in de oogen der ouwe vrouw.
‘En als 'k 'r op mijn leeftijd behoefte aan heb?’
‘Behoefte! Behoefte!’, snerpte Regina: 't Is allemaal vergift, vergift!’
‘As 'k me slàp voel?... Wat gaat 'r an mìjn leven verloren?’
| |
| |
Wat dèksel!’, gromde Regina, wild haar hand door de manslokken strijkend: ‘is dat zelfbedwang? We zijn toch geen dieren om an onze zinnen en driften toe te geven!’
't Kaduuk ouwe vrouwtje, gekauwd door den schrik van 't ongeluksjaar, toen onverwacht de brancard met den politieagent voor de deur stil hield en 't luguber voetgeschuifel de trap begrauwde - 't in snikken en chagrijn vertaand vrouwtje zweeg dan, denkend an andere vrouwen op háár leeftijd, die 'r glaasje kregen voor den eten.
Met 't dagmeisje, bloedloos dochtertje van 'n timmerman, 't dagmeisje met mooie oogen en witte lippen, 't dagmeisje dat om zeven uur kwam en om acht, na 't bordenwasschen, naar huis ging, hield Regina àndere gesprekken.
‘Lekker gegeten, Jansie?’
‘Ja, mevrouw,’ zei 't meisje die geen juffrouw mocht zeggen.
‘En je heb je boonen laten staan.’
‘'k Lus zoo'n bóél niet.’
‘Had dan je aardappelen gelaten. In aardappelen zit geen voedsel.’
‘Nee, mevrouw,’ zei 't meisje.
‘Hou je niet van boonen?’
‘Nee, mevrouw.’
‘'k Zou dan wel is willen weten waar je wèl van houdt,’ zei Regina snibbig.
‘Nou - in de vorige dienst atte we vleesch - de dokter heit gezeid’....
‘Zoo. Ben je bij zoo'n stùpiède dokter? Da's 'n piet, hoor! Zeg 'm gerust in mijn naam dat vleesch de pèst voor iedereen is’....
‘Ja, mevrouw. Maar vader zeit’....
‘Je vader! Wat weet diè 'r van! As je 't liever heb - ga dan voortaan thuis eten.’
| |
| |
‘Thuis? Dat komt op 't zelfde neer. Thuis krijgen we 't nooit, as vader niet is 'n goeie verdienste het’....
‘Zoo. Daar hoef-ie niet rouwig om te zijn. - En je mot je haar laten knippen. Wat heb-ie an dat nuttelooze haar?’
‘Nee, mevrouw - dat mag niet voor vader,’ zei 't meisje kattig: ‘en daar zou ik ook geen zin in hebben’
‘Jullie zijn stùmpers,’ zei Regina, suprême-minachtend.
Anders was haar stemming voor huisdieren. Eerst had ze één kat gehouden. Die had over de daken gewandeld in maneschijn. En had in de reformkleedkast op 'n ouwe fietspantalon een zevenling gebaard.
‘Och wat 'n àrme dotjes,’ redeneerde Regina in den aanschouwenden kring van moeder en Jansie: ‘allemaal blind. Hartjes! Snoepjes!’
‘'k Zou maar gauw de gróótste helft verdrinken,’ zei Jansie: ‘wat motten we met zoo'n héel nest?’
‘'k Verdrink jóu net zoo lief,’ stoof Regina op: ‘zoo onmenschelijk zijn we goddank niet. Waar eten is voor twee, is 'r ook voor acht. Loop gauw naar 'n slager en haal 'n paar ons vleesch voor de moeder. Zooveel jongen te onderhouen’....
Vanaf dien dag ging Jansie trouw om twee uur mager vleesch, vleesch-zonder-vet voor de poesen halen. Maar omdat Regina merkte dat Jansie dièfde, dat ze 't volle gewicht niet meebracht - heer in den hemel wat 'n uitschot van meiden toch, om van rauw vleesch te snoepen! - dee ze 't voortaan zelf, de corvée, de schijnbare beginselverzaking om 't slagers-moordenaars-hol binnen te stappen. 'n Arme poes met zeven jongen was geen mensch. De natuur had de béésten bloeddorstig geschapen.
| |
| |
Van de acht poesen bleven 'r vier. Een stierf aan een graatje uit de goot gesleept. Een werd door moeder tusschen de deur doodgekneld - wat 'n onbarmhartige herrie gaf - twee kregen zuigeling-feministische vriendinnen cadeau, hadden goed voer, een liefderijke stal.
Elken morgen moest Jansie voor de moederpoes, de twee dochterpoesen en den zoonpoes 'n extra-pint melk halen en omdat de zoon niet zindelijk bliefde te worden, kon ze trouw schoonmaken en schuieren. Elken middag liep Regina naar de roode hel, den schandewinkel van longen, harten, nieren, ribben en vèrdere bloed-stukken....
't Gaf làst, vooral met 't schippertje, de kleine waaksche teef, die de woning tegen onraad beblafte. De toestand werd vooral ingewikkeld toen Siepje alle oppassing verschalkend op een schoonen Meidag in de breikousenmand van een vijftal raslooze gedrochtschippers beviel, 'n schipper met 'n boerekop, 'n schipper met 'n foxensnuit, 'n schipper tweemaal zoo groot als de moeder, 'n schipper met zeere oogen en 'n schipper bol als 'n puck. Siepje bàng voor 'r jongen, schoot als een hellefeeks op de vier poesen, waarmee ze vroeger gewoon spéélde, toe. Het werd moord en doodslag. Toen nam Regina fèlle maatregelen. De vier poesen kregen mèt Moeder de voorkamer - Siepje met 'r vijf rasloozen 't zij-optrekje. Er moesten kalfsribjes komen, weeke kalfsbeentjes. Want de jongen zogen zóó schrokkig dat 't moederschippertje 'n skelet geleek. En Jansie most rijst koken met mageren afval er door. De zieltjes.
Er bleven drie hondjes.
Die met de zeere oogen stierf - die met den boerekop viel van de trappen.
's Avonds als Regina géen vergaderingen had,
| |
| |
zat ze gezellig met moeder, de vier poesen, de drie honden.
Ze had ze machtig-lieve naampjes gegeven. De jongste poes noemde ze zus, 't jongste schippertje broer.
Binnenshuis waren ze 's avonds met z'n negenen.
Buitenshuis werd 't verwarder, ingewikkelder.
Dàar - in 't tuintje - had je de ren met de acht kippen en den haan.
Ze leien, de eieren werden opgegeten.
Want in 'n ei had 'n professor gezegd, was geen actief leven aanwezig. 't Leven gewerd eerst onder zèkere omstandigheden.
Maar 't Voorjaar bracht Regina aan 't denken.
Plots zat 'n kip op eieren: drie weken later tippelden de kuikens in 't schuurtje.
‘Gesteld nou dat we die eieren in kokend water hadden gedaan,’ peinsde Regina; ‘nee wè eten geen eieren meer, nóóit meer - da's gruwelijk’....
‘Geen eieren meer,’ verzette zich moeder; ‘zonder 'n ei hou 'k 't niet uit.’
‘Moeder je ben onuitstaanbaar,’ zei Regina vinnig: ‘je houdt 't met dit niet uit en met dat niet uit en je groeit tegen de verdrukking in. Zou ù in 'n eierdop gekookt willen worden? 'k Ril op 't oogenblik enkel bij de gedachte an 'n gekookt of gebakken ei’....
Ze dreef haar idee door. Ze aten vegetarisch zònder eieren. Wat meer methodisch en zuiverder in de leer is.
De kuikens groeiden. 't Waren er zèven. Zeven jonge hanen, die vochten en plukten en door den óùwen haan kwaadaardig op 'n hoop werden gejaagd. Als ze alleen in de ren waren vochten ze als bezeten duivels. Als de ouwe er bij kwam, zaten ze roerloos, doodsangstig.
Regina werkte met overleg. Ze liet 'n rennetje
| |
| |
maken voor de zeven haantjes apart. En toen ze mekaar bleven mishandelen en 'r een 's morgens met onherkenbaar bebloeden kop dood lei separeerde ze de rakkers.
‘Mevrouw - u mot ze an de poelier verkoopen,’ zei Jansie.
‘'k Wou dat je 'r 'n paar voor mij liet slachten,’ zei moeder.
‘Verkoopen! Slachten! Wat zijn jùllie toch voor miserabele menschen!’ schold Regina, driftig 'r sigaret neersmijtend: ‘jullie heb geen grein hàrt! De diertjes die 'k zélf gevoed heb, die 'k heb zien groot worden, vermoorden om door misselijke gulzigaards te laten opeten? 'r Gaat 'r niet één 't huis uit, niet één!’
‘Geen kippen wegdoen - geen eieren opeten,’ zei bleeke Jansie schuw: ‘hoe mot 't dan met de eieren?’
‘Daar zal ik voor zorgen,’ zei Regina.
Ze zorgde er slecht voor.
In 't Najaar - of alles met 'r spotte - werden 'r driè kippen tegelijk broedsch. En omdat 't 'n grùwel is de zoete instincten eener kip-moeder te verstoren, werden ze op eieren gezet, op stille plekjes. Er kwamen ongelooflijk veertig kuikens van, zeven kippies, drie-en-dertig haantjes. Vier kippies stierven aan poot-verzwakking, drie haantjes leien 't af. Met de zes jonge haantjes van 't voorjaar en den grooten Stamvader-haan, waren er welgeteld zeven en dertig hanen.
Jansie lachte zich in de keuken en bij 'r vader thuis 'n ongeluk:
‘Je lacht je 'n kriek, vader: de ouwe poes het al weer jongen en met Siepie is 't werachtig ook mis en nou zéven en dertig hanen!’
‘Dat houdt ze niet vol,’ zei de timmerman, zwaar gnuivend.
| |
| |
Ze hield 't vol - 't is géen mop. Dieren dooden was een ònmenschelijke schande. Dieren verkoopen om te laten dooden, om anderman's schuld uit te lokken, was gróoter schande. Zij zou haar beginsel hoog houden.
Zoo leeft zij thans in volle gezelligheid - moeder is kort geleden aan verzwakking gestorven en Jansie is wèg, omdat ze niet langer 't vuil van zooveel beesten blieft te redderen - in toegewijde vriendschap voor 'n tuin vol gesepareerde hanen, 'n huis vol katten en honden.
De laatste berichten zijn dat ze Bismarck-sigaren rookt, met een wandelstok kuiert.
Ik verhaalde het ongezwollen, om het curieuze des algemeen-menschlijken gevals.
22 November '02. |
|