een bij haar instrument gestorven pianojuffrouw? Het werd afgrijselijk - nacht aan nacht pien, nacht aan nacht, pon - en weer stilte.
Op, vermagerd, heelemaal van streek, liet ik een fabrikant uit de stad komen. Die schroefde de piano open, onder- en doorzocht haar. Geen plekje ontging hem.
Ik sloot hem met den kater in m'n huiskamer op, wachtte het resultaat af. Niets. Absoluut niets - en dien nacht werd tot acht maal een toets aangeraakt.
Liet ik de piano gesloten, dan hadden we rust, maar je vat dat ik daarmee niet tevreden was.
Het geheimzinnige trekt aan - de werkelijkheid stoot af - zoo gaat 't in 't leven.
Ik kocht voor véél geld 'n fox-terrier. Die vocht eerst met den kater maar toen ze aan mekaar gewend waren, sloot ik ze beide in de verlaten, eenzame, gruwel-huiskamer.
Welk een reeks proefnemingen! Welk een ontzetting! 's Nachts, zoodra het donker was - klònk het - eerst voorzichtig - dan na een poos luider.
De fox kefte - heerlijk beest! - als een bezetene, van woede bevend, sprong ik uit het bed, smeet woest de deur open, lichtte de kamer bij - vruchteloos - geen menschelijk of ònmenschelijk wezen.
Ten einde raad, bang voor ons bezocht en gepijnigd huis, besloten wij - we zagen er in die dagen als géésten uit, vermagerd, bleek, met omwalde oogen! - een àndere woning te zoeken.
De marteling was niet langer te dragen. De dorpsmenschen vermeden ons, niemand wou ons bezoeken en de meid - die alles meemaakte en praatjes rondstrooide - zei ons den dienst op.
Het gelukte mij een ver-afgelegen huisje te huren