Smart.
Tooneelspel in een bedrijfje.
|
{ Juffrouw Smit, oud 23 jaar. |
Personen: |
{ Staasje, haar kind, oud 6 maanden, |
|
{ Een dokter, oud 63 jaar. |
(In gedachten verplaatsen wij ons naar de Pijp - ergens twee hoog, àchter. Reuk van boerenkool. Er tikt een klok.)
Juffrouw Smit (Zij neemt Staasje uit de wieg, zet zich neder voor het raam en begint krampachtigGa naar eind1) te snikken. Het kind strekt de armpjes uitGa naar eind2) alsof het haar moeder wil troosten. Buiten klinkt het gespeel van een draaiorgel, wijze ‘O du mein holder Abendstern’ van R. WagnerGa naar eind3)... O mijn arm kind, arm kind! O mijn arme Staas! (Stilte. Het orgel speelt. Zij snikt alsof haar hart dreigt te bersten)Ga naar eind4).... Ge zijt voor het ongeluk geschapen en uw moèder, uw moe-derGa naar eind5) is op het punt ook u, haar eenigen schat op deze aarde, te verliezen.... (Zij snikt langzaam-nokkend. Luider klinkt het ‘O du mein holder Abendstern)’Ga naar eind6) Ach lieve Staasje, zoo gij mij ontvalt heb ik niets meer, niets niets, nietsGa naar eind7)... sta ik alleen met mijn berouw en mijn tranenGa naar eind8)... Arm schaap! (Het begint onaangenaam
| |
te rieken. De boerenkool brandt aan. Juffrouw Smit staat op, roert in den pot, draait het petroleumstel af. Dan gaat ze weer zittenGa naar eind9) en vervolgt)... O, o, waar de dokter nu blijft!... O! O! O!Ga naar eind10)... (Een langdurige stilte. Het orgel speelt het pelgrimskoor uit Tannhäuser. Er wordt geklopt, driemaal achtereenGa naar eind11). Juffrouw Smit's adem stoktGa naar eind12) en met hortende stem roept zij:)... Binnen! Binnen sievoeplee!
De dokter (een bejaard heer): Zoo zoo, vrouwtje en hoe maakt 't de kleine?... Brandt je kool niet aan?... Nou, nou, de kleine maakt 't bèst hoor!... (Het gelaat der moeder verheldert)Ga naar eind13) 'k Behoef niet meer terug te komen... Dag vrouwtje. (De deur slaat toe. Hartstochtelijk omhelst juffrouw Smit het kindGa naar eind14) en begint te schreienGa naar eind15). Het doek zakt.)
einde. |
-
eind1)
- De actrice die deze rol speelt, gelieve dit krampachtige met soberheid weer te geven en niet te veel nadruk op de krampen te leggen. Falkland geeft in overweging eenigszins met den zakdoek tegen den neus te frommelen, bij wijze van betten en met màte te snikken. Een enkele maal de oogen afdrogen is eveneens aanbevelenswaardig. De goede smaak zal hierbij wel leidsman zijn. De krampen dienen zich te openbaren door een lichte hikking van boezem en rug. Daardoor krijgt het publiek den onmiddellijken indruk dat Staasje ziek is, welk effect Falkland wilde bereiken.
-
eind2)
- Hier vermeent de auteur met weinig middelen een lief en touchant effect te verkrijgen. De artistieke leider van het gezelschap moet in 't oog houden dat het kind nièt schreeuwen mag, noch onsmakelijkheden verrichten. Staasje is een kind van 6 maanden, zoodat het ontraden moet worden een jong lid van het gezelschap in lange kleeren te steken. Immers er mag nòch gesproken worden, nòch eenige daad verricht die van méérdere bewustheid getuigen zou. Hoofdzaak is een niet schreeuwend kind in genoegelijke stemming. liefst een dat honger heeft opdat het vánzélf de armpjes uitstrekke.
-
eind3)
- Der Regie zij het advies gegeven dit orgel zóó te plaatsen dat de stemmen der sprekenden verstaanbaar blijven, doch tegelijkertijd zoodanig dat het ‘O du mein holder Abendstern’ als tràgische achtergrond klinke bij de komende gebeurtenissen,
gelijk zulks ook inderdaad in het gewone leven plaats heeft.
-
eind4)
- Falkland heeft ook hièrover ernstig nagedacht. Het brengt groote moeilijkheden mede om te snikken alsof ‘het hart dreigt te bersten’, maar de actrice die deze rol vervult zal ongetwijfeld met den noodigen tact verschillende snik-intonatiën weten aan te brengen. Terwille der schmink zij echter weder het betten met een kanten of tullen zakdoekje aanbevolen. Daarbij eenig licht kreunen en eenige malen smartlijk zuchten. Die juffrouw Smit toch was een eerzame burgerdochter (haar vader was behanger en fatsoenlijk man) en werd op 22-jarigen leeftijd verleid door den zoon van een achtenswaardige familie. Op 23-jarigen leeftijd werd juffrouw Smit móéder van genoemd Staasje. Falkland ziet geen kans die hééle historie in zijn drama te verwerken, vertelt dit dus tusschen haakjes, opdat de actrice eenigszins begrijpe waarom en hoé hier gesnikt moet worden, d.w.z. gesnikt alsof het hart dreigt te bersten. Ook volgen nog eenige andere factoren.
-
eind5)
- Deze kreet, want het is inderdaad een kréét en wel een van de meest aangrijpende uit het stuk, deze kreet zij met diép gevoel en innige articulatie geuit. De actrice diene wèl te bedenken dat hier een móéder aan het woord is, eene die gruwelijk door het leven getroffen is. Maar dààrenboven: die juffrouw Smit moet het dubbel wanhopig zeggen, want dit woord brengt haar de eigen jeugd te binnen en hààr moeder stiet haar van zich, smadelijk, na een geweldige scène, die alleen reeds te dramatiseeren zou zijn. Falkland kan evenwel niet in te veel détails
treden. Wanneer de actrice het ‘moeder’ niet behóórlijk zegt, bederft zij de geheele stemming van het stuk.
-
eind6)
- Evenwel niet tè luid. De regie moet niet vergeten dat een wanhopige moeder schreit en zal voorwaar met goed inzicht handelen wanneer zij Wagner in zulk een langzaam tempo draait of doet draaien dat om beurte een snik en om beurte muziek klinke. Dat geeft afwisseling en maakt een hevigen indruk.
-
eind7)
- Tot de grootere moeilijkheden van mijn drama behoort de climax: niets meer, niets, niets, niets. Hier toch is geen woord te veel en elk der vier niets'en moet afzonderlijk, op ganschelijk bijzondere wijze worden gezegd, zonder declamatie, zonder overgevoeligheid. Als juffrouw Smit zegt: niets meer, dan denkt zij aan hare familie -, het tweede niets heeft betrekking op de moeder die haar verstooten heeft -, het derde op haar eenigen broer, dien zij zielslief had, maar die háár den rug toekeerde met de harde woorden: ‘gij zijt mijn zuster niet meer’ -, het vierde op den zoon der achtenswaardige familie, die haar verleidde en - - - - ziedaar weer een nieuwe dramatische kneep, o dit stuk van mij heeft duizend finesses! - - - - heden (op den dag dezer tragedie) in het huwelijk trad met een meisje uit zijn stand zonder verder om te kijken naar Victorine Smit - zij heet Victorine - en haar ziek kind. Een en ander, hier gerecapituleerd, verklaart ook het snikken in nuances in den aanhef van dit drama en is voor de
tooneelspeelster voldoende indicatie om viermaal smartelijk niets te zeggen, telkens op andere aangrijpende wijze.
-
eind8)
- Deze uitroep stèrker voor te dragen, opdat de toeschouwer duidelijk begrijpe dat èn berouw èn tranen oprecht zijn. Ook wijzen deze woorden op een nieuwen gemoedstoestand van Victorine Smit: de verschillende folteringen die zij ondergaat als: betreuring van het verleden, herdenking van haar jeugd, haar kameraadjes, haar ouderlijk tehuis en tegelijk het diep-verachten van den vader van haar kind, dien zij ééns oprecht liefhad.
-
eind9)
-
Du sublime au ridicule il n'y a qu'un pas! De auteur heeft hier zoo weinig mogelijk verklaard, het aan de actrice overlatend het stille spel met veel gevoel te verrichten. Een valsche beweging en het stuk valt. Het roeren in den pot zal moeten geschieden alsof de ongelukkige vrouw nauwelijks met haar gedachten bij de materie is, zacht roeren van eene die droomt. Zoo ook het afdraaien van het petroleumstel. Indien het spel verzorgd en toegewijd is, zal het een ademlooze stilte in de zaal geven, een stilte van diep medelijden met een vrouw zóó zwaar getroffen en zóó éenvoudig roerend in den pot met aangebrande boerenkool (symbool van armoede). Ook de taak van den artistieken leider is hier eene van tact en groote routine. De auteur verlangt immers boerenkool en wel aangebrande. Hoe dit den toeschouwer te doen begrijpen? Den schouwburg tijdelijk te bezwangeren met reuk van aangebrande boerenkool heeft zijn tegen. Daarenboven zou zulks te groote hoeveelheden boerenkool vereischen, is die niet in alle jaargetijden te verkrijgen en heeft het bezwaren avond aan avond een zoo kostelijk quantum boerenkool te doen aanbranden. In dit euvel zou te voorzien zijn door essence van boerenkool te bestellen aan een fabriek van vruchtensappen. Maar hoe dit alles te verrichten zonder schade voor het dramatisch effect? De ateur heeft er over gedacht een duidelijke hoeveelheid boerenkool te doen uitsteken boven den rand van den pot. Zulks zou een begrijpelijke aanwijzing zijn. Maar het gezond verstand komt dan op tégen het aanbranden. Indien de regie niet met routine en tact in deze boerenkoolkwestie voorziet, wordt een der
schitterendste effecten bedorven en ik acht het noodzakelijk dat de toeschouwer het gevoel van boerenkool, nièt van worteltjes, nòch van bloemkool krijge.
-
eind10)
- Hierin àngst te leggen met een door tranen verstikte stem en elke O! weder ànders te intoneeren s.v.p. Het kind toch heeft koorts en de dokter heeft bij zijn laatste bezoek bedenkelijk gekeken. Gaat nu eens na wàt een moeder onder zulke omstandigheden gevoelen moet en hoe angstig hare O!'s zullen klinken.
-
eind11)
- Wenk voor de regie: klop in den toon.
-
eind12)
- De actrice zal begrijpen dat hier dood of leven van haar kind op het spel staat, want zooals later blijken zal is dit de dokter. Het stokken van den adem is m.i. volkomen weer te geven door even de hand naar het hart te brengen, achteruit de leunen en goed den mond geopend te houden.
-
eind13)
- Dat wil zeggen: Klaart op. Een glimlach speelt om haar mond en dankbaar kijkt zij den dokter aan.
-
eind14)
- Verwijzend naar noot no. 2, meent de auteur opnieuw wel te doen de actrice aan te raden een prettige zuigeling uit te kiezen, opdat deze scène van moedervreugd niet bedorven worde door onkunstzinnig geschrei. In het algemeen houdt een suikerdotje kinderen geruimen tijd zoet.
-
eind15)
- Het stille spel dient hier uit te drukken dat gelukstranen geweend worden, gelukstranen zelfs onder zulke moeilijke omstandigheden.
|