Een nieuw Nederlandsch verzen- en liedeboek(ca. 1860-1870)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 7] [p. 7] De woekeraar. Wat de woekraar angstig kijkt! 't Zweet en bloed der arme zielen Drukt zóó loodzwaar op zijn hielen, Dat de vonder haast bezwijkt: 'k Wensch geen kwaad aan klein of groot, Maar 'k zag hem graag in de sloot. 'k Heb een' van dat volk gekend, Die, in strenge winterdagen, Deur en venster weg liet dragen Uit de hutten der ellend', Als men hem, uit nood of leed, Tot den penning niet voldeed. Voor de wereld had hij regt! Maar wordt, in het laatst der dagen, Eens zijn schuldboek opgeslagen, Wee dan, wee d' ontrouwen knecht! - Wie den armen gruwzaam viel, Geen erbarmen vindt zijn ziel! Vorige Volgende