Kinderliederen
(1863)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij
[pagina 56]
| |
[pagina 57]
| |
‘Vuil en o--ver--loo-------pen, Vond ik hier of
‘daar een scheur, 'k Ben er in-ge-kro-pen. Ie-der straal-tje
‘dat ik ving Gaf mij kracht en le-----ven, Ie-der drop-pel
‘die er hing Deed mij hoo-ger stre-ven.’
‘Voor zijn zon en re--------gen, Groeide ik daag-lijk’
‘meer en meer In des Helmels ze-gen.’ - Wie het kleinste
niet versmaadt, Wat hem God wil ge-----ven, Die kan groeijen
naar zijn staat En te--vre-den le---ven!
|
|