Daar zaten zeven kikkertjes al in een boerensloot(ca. 1910-1920)–Jan Pieter Heije– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 6] [p. 6] 'T verdwaalde lam. Lammetje! loop je zoo eenzaam te blaten Over de hei? Hoe kom je hier, zoo van allen verlaten? Bleef je niet liever daarginds op de wei? Lammetje! hier groeien bloemen noch gras, Hier is geen watertje, dat ge zoudt lusten Hier is geen schaduw om onder te rusten,.... En als je dan nog zoo klein maar niet was Kindren! ik had al zoo lang loopen spelen Ginds op de wei; Altijd dat grazen begon te vervelen 'k Woû weleens zien hoe met was op de hei. Ach! nu verdwaalde ik al verder en meer, 'k Zoek er mijn moedertje, 'k zoek er mijn vrinden, 'k Zoek om wat gras en wat water te vinden: Was ik eens thuis, ik verliet het niet weêr! - Schaapje! wij zullen den weg u wel leeren Over de hei, Ga maar met ons en geen leed zal je deren, Zeker! wij brengen u weêr op de wei. Maar, maak dan voort of wij laten je staan Moeder ziet zeker al uit, waar wij toeven, Waarlijk, ik woû haar niet graag zóó bedroeven Als gij uw moeder vandaag hebt gedaan. Vorige Volgende