Al de volksdichten. Deel 2(1865)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 224] [p. 224] In leed. 1. Groeit de Roos in dorenhagen, Onder dompig, giftig kruid; Hoe verdrukt en neêrgeslagen, Spreidt zij toch haar geuren uit! - Schoon de zee ook hoog moog' staan, Schoon de wilde golven slaan, Zie! de Rots zal niet bezwijken Eer der Aarde pijlers wijken. 2. Sta dan, in des levens baren, Onbezweken als een Rots! [pagina 225] [p. 225] Bloei te midden der bezwaren, Als een Roos ter eere Gods! - Juich, ô ziel! en stijg omhoog Naar den heldren hemelboog; Uit der graven âklig duister Rijst dan Eeuwge morgenluister! Vorige Volgende