Al de volksdichten. Deel 2(1865)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 218] [p. 218] Voorjaarshope. 1. 'Een drooge Maart, Een natte April, Een koele Mei...' Wat prettig liedje bij den Haard! - We zien dàn (zij 't nog buiten kil!) Het kouter blinken; 't zaad in de aard; Het kruid, dat spruit; de kersengaard Vol bloems; in ieder nestje een ei; De' blanke' stroom; het blaauwe zwerk... En, àl wat we in het Voorjaar minnen, Zweeft, op Verbeeldings vlindervlerk, Ons deurtje binnen! 2. Als in uw hart Wat Winter huist Van zorg of leed... Heb dan voor iedre soort van smart Een Liedje, dat in 't oor u suist, [pagina 219] [p. 219] Een Spreuk, die kloek dien Winter tart, Een Versje, dat u troost en hardt, Een zoete Voorjaarshoop gereed! - En, midden in de ruwste vlagen, Zult ge, op Verbeeldings Englenschacht, U Lente-moed en Lente-kracht In 't hart zien dagen! Vorige Volgende