Al de volksdichten. Deel 2(1865)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 165] [p. 165] Dat booze geld. Dat booze Geld, dat booze Geld, Dat maakt wat goede liên tot slechten; Dat doet wat haten en wat vechten; Dat baart wat onrust en geweld! Ik heb mijn hart er àfgetrokken; Ik laat het rollen, waar het will'; En 't zal mij (hoop ik!) nooit verlokken Tot booze daad of dwaze gril. 'k Zag menig' sullen op de baan, Bij 't grabblen naar die gladde schijven; - Voor mij, 'k wil op mijn Beenen blijven: En 'k bid-je, neem mijn voorbeeld aan! Al vindt ge dan ook, bij mijn sterven, Geen kasten vol met geld en goed... Wat ik gehad heb, kunt gij èrven: - Een eerlijk hart, een kalm gemoed! Vorige Volgende