Al de volksdichten. Deel 2(1865)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 164] [p. 164] Eens in 't jaar. Nachtegaaltjes, nachtegaaltjes! Hoe? eene enkle maand in 't jaar Zingt ge maar; Dat is toch wat al te schraaltjes, Dat 's wat povertjes, voorwaar! Maar dàn zingt ge ook, dag en nachten, Nacht en dagen in het wild, Ach! zòo mild, Dat ge in éene maand de krachten Van geheel een jaar verspilt. -- Kermis-volkje! vaak vergeet je, Wat vermaan ge in 't beestje hadt; 't Géve u dat: 'Liever elken dag een beetje,... Want dan hebt ge ook dáaglijks wàt.' Vorige Volgende