Al de volksdichten. Deel 2
(1865)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij
[pagina 151]
| |
HoopGa naar voetnoot(*).1.
Als de Hoop mij verliet,
Och! dan stierf ik gewis;
'k Denk: bij al mijn verdriet,
Dat de Hoop er nog is!
Wat ik duld', wat ik lij',
Vriendlijk troostend blijft Zij,
Als een Engel, mij bij!
2.
Of mijn eenzame weg
Door geen ster word' bestraald...
Als mijn voet in de heg
En de struiken verdwaalt...
Wàt ik duld', wàt ik lij',
Vriendlijk troostend blijft Zij,
Als een Engel mij bij!
| |
[pagina 152]
| |
Zie! Haar liefdrijke hand
Voert, door 's Levens woestijn,
Mij naar 't eeuwige land,
Waar geen leed meer zal zijn.
Dáar ook blijft Ze mij bij;
Smeekt, geknield aan mijn z,
Om genade voor mij.
|
|