Al de volksdichten. Deel 2(1865)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 118] [p. 118] Armen-woning. Zilte muren, lekkend dak, Kille zolders, vunze kelders, Geen gezondheid of gemak, Nooit wat vriendlijks of wat helders, Arme bloeden!... maar de Huur Moet toch maar betaald op 't Uur! 'k Heb een' Huisjesbaas gekend, Die, in barre winterdagen, Uit de woning der ellend Deur en vensters wèg deed dragen, Als men hem (in nood of leed) Tot den penning niet voldeed! Voor de Wereld had hij regt!... Doch, wordt in het laatst der dagen Eens Zijn schuldboek òpgeslagen, Wee dan, wee! de' ontrouwen knecht! - 'k Denk, dat in Gods Huis, gewis Voor zóo'n man géen woning is! Vorige Volgende