Al de volksdichten. Deel 2(1865)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 102] [p. 102] Loterij. 'Duizend gulden voor een cent, Honderd duizend voor een gulden: - Was je kaal, of had je schulden, Morgen ben je een rijke vent! Boeren, burgers! komt er bij: Morgen trekt de Loterij!' Joodje, was ik in Uw steê, 'k Zou die lootjes Zelf maar houên; Elleboog komt door uw mouwen, En uw broek wil niet meer meê: Waarom trek je zelf (als 't kan!) Niet die 'honderd-duizend,' man? - Och, 't is wind, die Loterij: Mannen, Broeders! wilt ge kiezen Tusschen winnen en verliezen, 'k Weet een spel, dáar wint ge bij.... 'Wie er daags tien centen spáár', Wint drie duizend alle jaar.' Vorige Volgende