Al de volksdichten. Deel 2(1865)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 101] [p. 101] Liedjeszanger. 'Hoort, boeren, burgers! hoort mijn lied: Van wreede moord en rare dingen En vrijerijtjes zal ik zingen, Die in den Lande zijn geschied; Kijk' toe, mijn stokje wijst het aan: Je ziet het hier geschilderd staan!' Kijk' toe?.. neen! sluit uwe oogen digt, Gij kuische maagden, brave knapen! Daar is maar zelden nuts te rapen, En veel wat oor en hart ontsticht: De meeste van die zeilen zijn Voor mij een wandelend venijn. Wie deugdzaam zijn wil, blijv' niet staan... Ten zij iets goeds daar was te aanschouwen Van wakkre mannen, eêdle vrouwen, Van burgerpligt en heldendaân; - En zelfs een grapje moogt ge zien, Maar 't moet in eer en deugd geschiên. Vorige Volgende