Al de volksdichten. Deel 2(1865)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 77] [p. 77] Overal. Volle maan schijnt overal! Op der bergen hoogste kruinen, In het meest verborgen dal, Over bosch en veld en duinen: Wáar ge uw oogen henen rigt, Ziet ge 't zilverreine licht. Echte deugd blinkt overal! Of ze in 't hoog paleis mag troonen, Of, in laag gelegen dal, 't Nedrig stulpje moog' bewonen: Wáar ge uw oogen henen rigt, Ziet ge 't zilverreine licht. Blanke stralen, blanke deugd! ô Hoe schoon is 't, dat uw glansen Arm en Rijk, en Grijze en Jeugd, Met hetzelfde licht omkransen!... Al wat daalt van 's Hémels boog, Kent op aarde laag noch hoog. Vorige Volgende