Al de volksdichten. Deel 2(1865)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 71] [p. 71] Des heeren huis. Uit den grijs bemosten toren Dringt der klokken hel geluid: Komt, het noodt u àllen uit, Mengt uw stemmen in de koren; Komt, en legt het aardsche kruis Neder, in des Heeren Huis! Wie er weenden, wie er baden, Dáár wordt traan en beê verhoord! Rust daar, bij des Heeren woord, Wie vermoeid zijt en beladen: Vliedt daar àllen 't aardsch gedruisch: Vrede woont in Godes Huis. Eenvoud, onschuld keert er weder In de ziel voor God ontgloeid; - Wat u nog aan de Aarde boeit, Legt het aan den dorpel neder: Spoeddet ge uit paleis of kluis, Kindren Gods zijt ge... in Gods Huis! Vorige Volgende