Al de volksdichten. Deel 2(1865)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 70] [p. 70] Des nachts. Eng weggetje van zorg en smart, Dat slijk en steenen overhóopen! Wat zijt ge moeîlijk om te loopen, Ook voor het stoutste hart! Maar of ge steil en hobblig zijt, Zij wandlen veilig, die vertrouwen, En op den Hoogsten Leidsman bouwen... Hij komt te Zijner tijd. En of 't beneden donker is, En of er boven wolken jagen, Toch flikkren sterren, door die vlagen Van stikke duisternis: Een avondster, een morgenster, Een ster van hopen en gelooven, Een ster van liefde daar te boven: Zij lichten ons van ver'! Vorige Volgende