Al de volksdichten. Deel 2(1865)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 60] [p. 60] Hemels-blaauw. Niet waar! dat is een mooi gezigt, Als 't weêr zoo nevlig is en graauw, En als er dan een plekje blaauw En hier en daar een straal van licht, Gelijk een venster in den hemel, Zich opent in het wolkgewemel. Al keken wij dan droef en bang, Zoo voelen we, als van zelf, ons oog Zich heffen naar des hemels boog; - En roept (als in een' Englenzang) Een stem ons toe: - 'Dat lichtgeflonker 'Is dubbel helder in het Donker!' Gij, die in zorg en leed verkwijnt, Och! zie toch rond, met scherp gezigt, Of niet wat blaauw, of niet wat licht, De wolken op uw pad doorschijnt; En - ziet gij ze op uw donkre wegen, Geniet ze dan als dubblen zegen! Vorige Volgende