Al de volksdichten. Deel 2(1865)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 18] [p. 18] Uit de diepte. ô Heldre bron! wat levend nat Vloeit uit uw diepe kwellen; Hoe lacht het kruid, hoe blinkt het pad, Bevochtigd door uw wellen; Hoe geurt de lucht van lieflijkheid Waar gij uw frissche druppels spreidt, En knop en bloem doet zwellen. Toch ken ik nog een heldrer bron Uit dieper Wel gevloten, Bestraald door hooger levenszon, Waar schooner bloemen sproten. Zij - die haar frissche druppels spreidt In 't harte der Tevredenheid... Geleden of genoten! Vorige Volgende