Al de volksdichten. Deel 2(1865)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 17] [p. 17] Watersprong. Als de wind door espenblâren Huppelt ge over 't zandig bed; Rollend langs het keijenwed, Zet ge uw golfjes uit tot baren, Beekje: dat met dartlen sprong Langs der heuvlen helling drong! Kracht der jeugd en jeugdig wagen, Ras verdwenen levenstijd!... Op! dan, wie nog sluimrend zijt: Op! dan, droomers, op! dan, tragen! Wascht uwe oogen en gemoed Wakker, in des beekjes vloed! Vorige Volgende