Al de volksdichten. Deel 1(1865)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 223] [p. 223] Kinderschoenen. Kinderschoenen... wat ze prangen Wat ze knellen om den voet, Als we 'groot te zijn’ verlangen: En het onbeproefd gemoed Duizend schoone droomen voedt! Doch - zijn ze eenmaal uitgetrokken, Och! dan treuren we om den tijd Toen we, op zachte kindersokken, (Nooit te naauw en nooit te wijd) Onrust kenden, zorg noch nijd. Voelt gij 't schoentje nu al knellen Kleine knaap... klein maagdelijn? Wàt die wenschen u voorspellen 'k Bid, dat (als uw jeugd verdwijn') Ge in uw hart weêr Kind moogt zijn! Vorige Volgende