Al de volksdichten. Deel 1(1865)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 194] [p. 194] Meidag. 't Bloeit van buiten, 't bloeit van binnen, Liefste! nu dees lieve dag, Willig tot een nieuw beminnen, In een nieuw klein huisje ons zag; Nu er, met der lente bloesem, Rijk in vormen, frisch van kleur, In ons hofje - in onzen boezem Frissche rijkdom is van geur. Wie zich rustig kan beperken In den engsten, trouwsten kring, Hij weet zeker, wàt zijn werken Dáár als kostlijk loon ontving; Woel' dan rond, in weelde of smarte, Wie naar ruimer ruimte vroeg... Kleine hofje, 't kleine harte Geeft ons pligt en heil genoeg. Vorige Volgende