Al de volksdichten. Deel 1(1865)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 139] [p. 139] Een schoolmeestertje. 1. Snoeprig bekje, schalke meid, Hoor! gij mogt wel overleggen Dat, hebt ge eenmaal A gezeîd, Gij dan B ook dient te zeggen; En ge, in Liefde's Alphabet, Eer ge 't weet, geraakt tot Z. 2. Kies dus uit het jonge volk Dat u graag woû leeren lézen, Een', die u der Wijsheid tolk En der Braafheid gids kan wezen; Een', dien gij, naar hart en hoofd, Graag Gehoorzaamheid belooft. 3. Vraag' hij ook wat hóóger loon, Eisch' hij geest en hart en zinnen, 'Heel uw Jeugd en Kracht en Schoon, 'Heel uw rein en trouw beminnen, Denk: - de Meester weet gewis, Dat zijn school voor 't leven is! [pagina 140] [p. 140] 4. Doch wie u uit dartle gril Vlugtig wat wil leeren lezen, Wie u speiend leeren wil - Zal nooit goed een Meester wezen; 'k Bid dus méést (al schijn' 't niet duur) Neem toch nimmer les... bij 't uur! Vorige Volgende