Al de volksdichten. Deel 1(1865)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 28] [p. 28] Vechtpartij. 1. Onvervaard En kloek te wezen Lag voorheen in Neêrlands aard: Voor geen drommel ooit te vreezen, Hoe hij rondsprong om zijn staart, Maar, met flinke, forsche handen, Lang niet malsch, Elk te pakken bij zijn hals Die de vrije Nederlanden Vuig of valsch Aan dorst randen, Dàt (het hart verdaagt er van!) Was in lang verleden jaren Zoo te land als op de baren 't Werk van Jan en Alleman! 2. 'Als voorheen Zoo kloek van zinnen Is er nog wel menigeen; Maar, wat is er bij te winnen, [pagina 29] [p. 29] Nu onze Oorlogstijd verdween?’ Dunkt u 't? - wil dan maar beginnen, Vroeg en laat, In het huis en op de straat, Met de Vijanden 'van binnen’! Leer het kwaad Overwinnen, Waar het zit of schuilen kan; Leer 't bevechten en vertreden.... En (zoo 't 'lukt) roep ik ook heden: 'Leve Jan en Alleman!’ Vorige Volgende