Al de kinderliederen(1861)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 64] [p. 64] Kerk-examen. Och Lentelief, och hartedief! Hoe prachtig zijn uw kleêren, Gestikt met bloempjes wit en blaauw En paereltjes van morgendauw En bonte vogelveêren! Wat ben je mooi, wat ben je mooi, Mijn lievert! in dien rijken tooi. En God de Heer, die tot zijn eer, o Lente! u zoo woû kleeden, Zal zeker aan het arme kind, Wiens mond Hem prijst, wiens hart Hem mint, Nog grooter zorg besteden. Zijn goedheid geeft der schaamle jeugd Den tooi van kennis en van deugd. Rijk jaargetij! dat mogen wij Van daag weêr dankbaar toonen (Zij 't met versleten jurk en buis), Nu liefde ons in des Heeren Huis Voor deugd en vlijt wil loonen; Die liefde ziet op pronk noch tooi, Maar denkt: ‘De hartjes zijn toch mooi!’ Vorige Volgende