Al de kinderliederen(1861)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 58] [p. 58] Des morgens vroeg. Des morgens vroeg, des morgens vroeg, Al lig ik warm nog in mijn bed, Dan weet ik, dat mijn Moederlief De deur en vensters openzet; Dan staat mijn melk en boterham Al netjes op de tafel reê, En Moeder gaat al vroeg aan 't werk En neemt hare eigen bótrâm meê. Des morgens vroeg, des morgens vroeg, Wanneer mij Moeder heeft gekust, Dan sluipt zij op haar toontjes weg En fluistert: ‘Slaap nog maar gerust!’ Maar 'k zorg wel, dat ik knap en blij En tijds genoeg naar school toe ga, En als ik eerst gebeden heb, Kijk ik nog gaauw mijn lessen na. Des morgens vroeg, des morgens vroeg, Als ik gegroeid ben tot een' man (vrouw), Spring ik het eerst de veêren uit, Dat Moederlief wat rusten kan (zou); Dan zet ik eerst haar bótrâm klaar, En als ik haar dan heb gekust, Dan sluip ik zacht ons huisjen uit En denk: ‘Slaap gij nu maar gerust!’ Vorige Volgende