Al de kinderliederen(1861)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 38] [p. 38] Nemen en geven. Ei! goeden morgen, Peereboom! Wat zijt ge rijk geladen; Ik zie, van welken kant ik koom', Meer vruchten haast dan bladen; 't Is waarlijk, of zich blad bij blad In peer bij peer veranderd had. En waar gij, lieve Peereboom! Zoo heerlijk staat te prijken, Roept Vader: - ‘Jongen! nu niet loom Daaronder staan te kijken; Kom flink er in - zoo'n groote schat Blijft groot nog, al verliest hij wat!’ Dus, allerbeste Peereboom! Zal 'k maar niet lang meer temen En van uw peertjes zonder schroom Een fermen zak vol nemen; En 'k geef dan elken buurknaap wat, Die zulk een milden boom niet had. Vorige Volgende