Al de kinderliederen(1861)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 29] [p. 29] In 't bosch. Gij, lieve vogels, schuw en wild! Wat zijt ge met uw liedren mild, Wat kweelt ge blijde zangen! 't Is of er 't heele bosch van trilt, Die toonen op te vangen! Het ruischt en suist van ieder blad, Alsof het vol met ooren zat En 't lieflijk lied kon hooren; Alsof het duizend tongen had En meê zong in uw koren. Gij, schuwe vogels! zijt niet bang, Al stemmen in uw wild gezang Der kindren vrome wijzen; Wij wenschen met u, vaak en lang, Den goeden God te prijzen. Vorige Volgende