Al de kinderliederen(1861)–Jan Pieter Heije– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] Lentelied. Voelt ge wel de koeltjes zweven; Riekt ge wel den zoeten geur? Kindertjes! dat is een leven! Lente staat weêr voor de deur: Laat haar binnen, laat haar binnen; Lentelief, die wij beminnen! Hoort ge wel dat slepend fluiten, Dat door alle vensters dringt? Nachtegaaltje slaat daarbuiten; Hoort, hoe zuiver dat hij zingt! Laat hem binnen, laat hem binnen, 't Zangertje, dat wij beminnen! Neen! zet deur en venster open, Hangt aan kapstok hoed en jas, Máár - om prettig vrij te loopen Door het frissche, malsche gras: Lente! toef nog, kom niet binnen, Buiten zullen we u beminnen. Vorige Volgende