door ze te vergelijken met de exemplaren in het buitenland,’ zegt Krauwer, al hoefde ze niet verder dan Zandvoort om vast te stellen dat de vorm zich haast vanzelf aandient: ‘Op het strand maken we ze ook! En uit het hele onderzoek werd me duidelijk dat het niet altijd zinnig is ze op een rijtje te zetten. Je moet elke burcht zien in zijn regio, ze hebben allemaal hun eigen verhaal.’
Een andere conclusie was dat de burchten in de loop van de eeuwen kleiner worden. Nederland telt een stuk of tien ringwalburchten, al zijn sommige alleen nog herkenbaar in het stratenpatroon van de plaats die daar later ontstond: Den Burg op Texel en Middelburg zijn voorbeelden. De raadselachtige Heimenberg even buiten beschouwing latend, blijken de vijf ringwalburchten in Zeeland het oudst, uit de negende eeuw. Dat die tegen de Vikingen werden opgeworpen staat in een kroniek, en staat dus vast.
Als alle ringwalburchten werden ze gebouwd als vluchtburchten. Wanneer die functie een paar eeuwen later verloren was gegaan, werden er soms huizen binnen de wal gebouwd. In de dertiende eeuw gebeurde dat in de Hunnenschans, in de elfde eeuw in de onlangs geheel gerestaureerde ringwalburcht van Souburg, bij Vlissingen.
Aan de andere kant van het tijd/omvang-spectrum lokaliseert Krauwer de Huneborg bij Ootmarsum, en de Schulenborg op de oostoever van het Twents Kanaal, bij Bornerbroek. ‘Dat zijn twaalfde-eeuwse burchten van de bisschop van het Sticht, Utrecht. Hij was een van de eerste wereldlijke heren in ons land, en wilde in het Oversticht de buitenstedelijke gebieden controleren.’
In de late middeleeuwen leidde de trend naar verkleining tot het einde van de ringwalburcht. Opvolger werd het mottekasteel: een houten, en later een stenen versterking op een opgeworpen aarden heuvel (zie p. 71). Daarop volgde weer het waterkasteel, bekend van bouwplaten en sprookjesboeken.
De grote vraag is of, omgekeerd redenerend, de allergrootste aarden burcht van Nederland ook de alleroudste is. Krauwer houdt het daar voorlopig wel op, ‘te meer omdat de Heimenberg ook de enige is met twee wallen. Volgens mij zou hij heel goed uit de Romeinse ijzertijd kunnen dateren, van de eeuwen rond het begin van onze jaartelling, omdat hij zo mooi op de limes ligt. In Engeland werden in die periode op grote schaal hillforts gebouwd: altijd op een heuveltop en bijna altijd met meer dan één wal. En de Heimenberg heeft ook de vereiste grootte. Eventueel zou het ons enige hillfort zijn.