Dijken in Noord-Holland
Dijken horen zo bij Nederland, dat het bijna duizend jaar moest duren voordat er drie tot monument werden verklaard. De Wierdijk rond het voormalige eiland Wieringen, de Westfriese Omringdijk, en de Valkkogerdijk tussen Schagen en Sint-Maarten zijn sinds enkele jaren beschermd krachtens de Noordhollandse Provinciale Monumenten Verordening. Nog steeds valt geen enkele dijk onder de landelijke Monumentenwet.
Bij de cluster Archeologie en Monumentenzorg van Noord-Holland is Helga Danner belast met dijkbewaking, al lijkt er van een last weinig sprake. ‘Van oorsprong ben ik archivaris en mijn eerste chef heeft me gek gemaakt voor het polderonderzoek,’ legt ze uit. Groot was die overstap niet, want over de geschiedenis van waterkerende zand-, klei-, veen- en wierlichamen die twintig tot dertig generaties geleden werden opgeworpen, is in archieven veel te vinden. Vaak meer dan in het terrein. Een dijk die zijn functie verliest is in principe bedreigd, en heel wat omringdijken van droogmakerijen zijn alleen nog aan te wijzen op oude kaarten, nu een zeewering heel Holland omsluit.
Het gevaar is nog steeds niet geweken. ‘De grote bedreigers zijn mensen,’ zegt Danner als ik over muskusratten begin. ‘Je kunt ze afgraven of
doorgraven of er andere dingen mee doen die er weinig van overlaten. Het aanleggen van op- en afritten is soms onvermijdelijk, maar dan hebben we er liever geen asfalt op. Een puinverharding staat natuurlijker. Veel dijken liggen in een spanningsveld tussen cultuurhistorie en toerisme, wegenaanleg, woningbouw, industrieterreinen - noem maar op. Een deel van mijn taak is het behoeden van de hele landschappelijke context. Voor veranderingen aan beschermde dijken moet je eerst een vergunning aanvragen, en de uitvoering van eventuele veranderingen gaat in overleg met de provincie. Provinciale Staten, en in tweede instantie de arob-rechter, dienen als beroepsinstanties, maar we hebben nog nooit een arob-procedure over een dijk gehad.’
Er zijn nog wel meer cultuurhistorisch waardevolle dijken in Noord-Holland dan de drie genoemde, die volgens Danner voor bescherming in aanmerking zouden kunnen komen.