tracé al in 1284 een lage kade opgeworpen, in 1385 verhoogd tot een forse dijk. ‘De Hollanders hadden de zaak toen beter voor elkaar dan de Geldersen,’ memoreert Frenken, ‘maar kregen in de Vijfherenlanden wel steeds dat Gelderse water over zich heen. Dus bouwden ze over de grens een dijk. Aan de oostkant lag het welvarende dorp Paveie, dat na aanleg van de Diefdijk totaal verzopen is. De West-Betuwe was tot voor kort een zeer vochtig gebied. Je hebt er nu nog vijf eendenkooien en overblijfselen van twintig andere.’
Een terreinverhoging herinnert aan het eveneens verzopen kerkhof van Paveie, en is nu een beschermd monument.
Het Hollandse idee was dat overstromingswater langs de Diefdijk zuidwaarts afvloeide naar de in 1231 of 1304 afgedamde Linge. De noordelijke dijk van de dode rivier moest dus ook worden opgehoogd om te voorkomen dat het water langs de zuidpunt van de Diefdijk toch nog de Vijfherenlanden in stroomde.
Overbodig om te vermelden misschien, maar de Diefdijk brak menigmaal door. In 1497 en 1565 ontstond zo de kolk De Waal, ten westen van Zijderveld, en in 1571 en 1573 de nog grotere Wiel van Bassa, bij Schoonrewoerd. In de negentiende eeuw kreeg de dijk een tijdelijke nieuwe functie als element van de Nieuwe Hollandse Waterlinie.
Plannen om de linie inclusief dijklichamen wettelijke monumentstatus te geven, zijn in voorbereiding.
In deze tijd van dijkverzwaring en protest daartegen verliezen ook sommige stukken bandijk hun functie. Als ophoging van een oude dijk al te desastreuze gevolgen met zich meebrengt, wordt soms gekozen voor een nieuw, hoog dijktracé door de uiterwaarden. De bandijk tussen Druten, Deest en Afferden, met mooie kolken aan weerszijden, heeft binnenkort mogelijk geen functie meer. Een voltooid voorbeeld is te zien bij Herwijnen.
Dijkverlegging in plaats van -verzwaring is niet nieuw. Kooiman: ‘De negentiende-eeuwse Marsdijk bij Kesteren ligt ook vóór de oude Rijn-bandijk. Een klein stuk is nog heel mooi, de rest verdwijnt tussen bebouwing, zandwinning en een camping.’ Terzijde wijst hij op de talloze kwelkades, binnendijks op enkele tientallen meters langs de bandijken, die bij dijkverzwaring in de vorige en deze eeuw verloren zijn gegaan; tien jaar geleden nog bij Hellouw, ten oosten van Gorinchem.
Ook Frenken noteert bezwaren bij de aanleg van nieuwe stukken