Genoeglijk bovenal zijn mij de Muzen. De Leidse Neolatijnse dichter Janus Dousa (1545-1604)
(1993)–C.L. Heesakkers, Wilma M.S. Reinders– Auteursrechtelijk beschermdChris L. Heesakkers en Wilma M.S. Reinders, Genoeglijk bovenal zijn mij de Muzen. De Leidse neolatijnse dichter Janus Dousa (1545-1604). Dimensie, Leiden 1993
-
-
-
-
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: 2917 G 47
algemene opmerkingen
Dit bestand geeft, met een aantal hierna te noemen aanpassingen, een diplomatische weergave van Genoeglijk bovenal zijn mij de Muzen. De Leidse Neolatijnse dichter Janus Dousa (1545-1604) van Chris L. Heesakkers en Wilma M.S. Reinders uit 1993.
REDACTIONELE INGREPEN
p. 92-93: de afbeelding, die in het origineel over twee pagina's verspreid staat, wordt in deze digitale versie weergegeven op pagina 92.
p. 99-103: de eindnoten zijn in deze digitale versie direct bij de bijbehorende nootverwijzingen geplaatst. De genoemde pagina's zijn hierdoor komen te vervallen.
Bij de omzetting van het oorspronkelijke teksverwerkingsbestand naar deze publicatie in de DBNL is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in de boekuitgave van 1993 voorkomen, maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. 2, 104) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina ongenummerd (p. 1)]:
Genoeglijk bovenal zijn mij de Muzen
[pagina ongenummerd (p. 3)]:
Genoeglijk bovenal zijn mij de Muzen
De Leidse Neolatijnse dichter Janus Dousa (1545-1604)
dimensie
stichting voor letterkundige en wetenschappelijke uitgaven
Leiden 1993
[pagina ongenummerd (p. 4)]:
LEIDSE OPSTELLEN 19
© 1993, Chr.L. Heesakkers & W.M.S. Reinders
© 1993, Dimensie, stichting voor letterkundige en wetenschappelijke uitgaven, Postbus 11227, 2301 EE Leiden
[Wilma Reinders werkt in het kader van een NWO-project aan een proefschrift over de Neolatijnse dichter Janus Dousa en zijn invloed op de ontwikkeling van de literatuur in de landstaal in de Noordelijke Nederlanden in het laatste kwart van de zestiende eeuw.]
CIP-GEGEVENS KONINKLIJKE BIBLIOTHEEK, DEN HAAG
Heesakkers, Chris L.
Genoeglijk bovenal zijn mij de Muzen: de Leidse Neolatijnse dichter Janus Dousa (1545-1604) / Chris. L. Heesakkers, Wilma M.S. Reinders. - Leiden: Dimensie. - Ill. -
(Leidse opstellen; 19)
Met lit. opg.
ISBN 90-6412-097-8
Trefw.: Dousa, Janus (werken) / Neolatijnse poëzie;
Nederland; geschiedenis; 16e eeuw.
[pagina ongenummerd (p. 5)]:
Voorwoord | 7 |
Jeugdjaren | 9 |
Student in Parijs | 10 |
Altarius | 11 |
Terug naar Holland | 15 |
Arcadië in Noordwijk | 18 |
Hadrianus Junius | 19 |
Op zoek naar een uitgever | 20 |
Giphanius, het bête noire in Dousa's debuut | 21 |
Dichterwedstrijd | 28 |
Dichter van Leidens Beleg en Ontzet | 31 |
De eerste uitgave van de Nova Poemata (1575) | 33 |
Jan van Hout 37 | |
Stichting van de universiteit | 39 |
Odae Brittannicae: diplomatie en poezie | |
Gezant van de universiteit | 45 |
Gezant hij Elizabeth van Engeland | 46 |
Philip Sidney | 49 |
Paulus Melissus | 51 |
De elegieën van 1586: humanisme en Nederlandse Poëzie | 57 |
In dienst van Kleio | 65 |
Historiograaf van de Staten | 66 |
Resultaten laten op zich wachten | 67 |
Dood van Janus Dousa Filius | 68 |
Een geschiedwerk in verzen | 71 |
Echo van het verleden, begroeting van een nieuwe generatie | 75 |
Vertrek van Lipsius (1591) en komst van Scaliger (1593) | 77 |
Hugo de Groot | 78 |
Daniel Heinsius | 83 |
Epiloog | 88 |
Noordwijk, pelgrimsoord voor jonge dichters | 89 |
Bibliografie | 95 |
Noten | 99 |
Register | 105 |
[pagina ongenummerd (p. 108)]:
Colofon
Genoeglijk bovenal zijn mij de Muzen: De Leidse Neolatijnse dichter Janus Dousa (1545-1604), werd in opdracht van Dimensie, stichting voor letterkundige en wetenschappelijke uitgaven te Leiden, als nummer 17 van de reeks Leidse Opstellen, gezet uit de Wa1baum door Quick bv te Den Haag, gedrukt door Cartoprint BV te Den Haag en gebonden door Boekbinderij Bosboom bv te Den Haag.
De redactionele leiding was in handen van Jan Biezen.
De oplage is 1000 genummerde exemplaren.
Deze publikatie werd mede mogelijk gemaakt door bijdragen van het Leids Universiteits-Fonds en de Vereniging Oud-Leiden.
Dit is nummer: 20