Vuur en wind (onder ps. Muus Jacobse)(1946)–K.H. Heeroma– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 61] [p. 61] Uittocht denkend aan Walcheren Sta op en eet met haast uw brood en neem uw reisstok in de hand: het water stijgt al over 't land en dreigt ons met de dood. Werp nog één blik - maar ga dan heen - waarmee voor 't laatst gij alles ziet: ook in de dood bezit gij niet meer dan het lijf alleen. De doodsengel komt deze nacht aan alle deuren en hij slaat ieder die niet reisvaardig staat en op het teken wacht. Ja, deze nacht zal ziel en bloed u uitstromen als water stroomt, en gij zult horen, of gij droomt, het stappen van uw voet. Die wel weet wat hij achterlaat, maar niet weet wat hij vinden zal, schreit als, verstoten uit zijn stal, een schaap in donker blaat... Maar eet uw brood en neem uw staf: te zwaar wordt anders u het werk. Eet nu met haast en word weer sterk van 't brood dat God u gaf. Wie in de nacht uitging en streek bloeds teken aan het deurkozijn, die zal de dood geen dood meer zijn: zie hoe het water week: [pagina 62] [p. 62] het water laat hem veilig gaan, het water heeft op hem geen macht, maar Farao met al zijn kracht moet in de vloed vergaan... O gij die vlucht voor watersnood of die straks trekt door een woestijn, 't zal u een weg ten leven zijn, uw vijanden ten dood! Trek moedig aan en zie niet om: God gaat u voor van uur tot uur, des nachts leidt, troostend, u Zijn vuur, des daags Zijn wolkkolom. Wordt soms uw tijd van slavernij tot droom van rust en rijke kost, bedenk dan hoe gij werd verlost en wel arm zijt maar vrij! En als het hart dan nòg verlangt, zeg het hoe God Zijn kindren loont, en dat wie hier in tenten woont ook spijs van God ontvangt. Wie hier het water niet verschrok, zou aan het eind ook de Jordaan niet als een poort van zonlicht staan totdat hij binnentrok? Vorige Volgende